De zegen
De Heer zegent, en beschermt jou, Hij schijnt zijn stralende licht, genadig op jou De Heer ziet jou, en bewaart jou Hij geeft vrede
De Heer zegent, en beschermt jou, Hij schijnt zijn stralende licht, genadig op jou De Heer ziet jou, en bewaart jou Hij geeft vrede
Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen
De Heer zegent, en beschermt jou, Hij schijnt zijn stralende licht, genadig op jou De Heer ziet jou, en bewaart jou Hij geeft vrede
Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen
Mag zijn goedheid jou omgeven, tot in duizend generaties Ook je zonen, en je dochters en hun zonen, en hun dochters
Mag zijn goedheid jou omgeven, tot in duizend generaties Ook je zonen, en je dochters en hun zonen, en hun dochters
Mag zijn goedheid jou omgeven, tot in duizend generaties Ook je zonen, en je dochters en hun zonen, en hun dochters
De Heer Zelf zal voor je uitgaan, Hij omgeeft je, Hij omringt je Omheen en binnen in je, Hij is bij je, Hij is bij je
In de morgen, in de avond, als je weggaat als je thuiskomt in je tranen, in je vreugde, Hij is bij je
In de morgen…
Hij is bij je, Hij is bij je, Hij is bij je, Hij is bij je, Hij is bij je, Hij is bij je…
Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen Amen, Amen, Amen