Ik wil niet dat je vast wanneer je niet mijn wil doorziet. Ik wil niet dat je vast omdat een ander dat gebiedt. Ik wil niet dat je vast voor eigen voordeel en geluk. Maar als je vast: breek dan de banden van het onrecht, breek het juk. Bevrijd de mensen van het oordeel dat men heeft over elkaar. Maar kijk naar binnen in je eigen hart, want daar zit het gevaar. Kijk naar je eigen onrechtvaardigheid, en geef het aan de Heer. Heer maak mij schoon, en wit als sneeuw, want zó kan het niet meer. Ik wil niet dat je vast als een verkapte vorm van lijn. Ik wil niet dat je vast wanneer je zielig loopt te zijn. Ik wil niet dat je vast als eigen opgelegde druk. Maar als je vast: breek dan de banden van het onrecht, breek het juk. Kijk maar eens rond en zie de liefdeloze botheid om je heen. Mensen die eenzaam zijn en rusteloos, en laat hen niet alleen. Kinderen die verwaarloosd zijn en vechten om een stem. Bedenk dan goed: het kwam door ons, en kwam terecht op Hém. Het koninkrijk van God is ook voor mensen zoals jij. Er heerst een andere orde daar, de mensen zijn daar blij. Gedraag je als een burger van dat hemels koninkrijk. En oordeel niet, nee oordeel niet, maar maak de mensen vrij.