We lezen deze dagen van de veertigdagentijd de ‘trailer’ van het Bijbelboek Rechters. Net als voor een nieuwe bioscoopfilm wordt in deze trailer de belangrijkste verhaallijn getoond. De sfeer, de achtergronden en de hoofdrolspelers zijn bekend. En in deze trailer is er een bijzondere gastrol voor de sluipende afgoden. Ze dreigen zelfs de hoofdrol te krijgen.
Overigens, gelukkig voor ons, het Bijbelboek bevat nog veel onverwachte verhalen; dus de trailer heeft niet alles al verklapt.
De mens: Een eenvoudige prooi
Een trailer is gemaakt om je nieuwsgierig te maken. Maar voor een beetje film is een trailer alleen niet genoeg. De echte kaskrakers worden voorafgegaan door een goed geplande reclame-campagne. Van bushokjes tot plakplaatjes bij de supermarkt; van items in een talkshow tot dekbedden en kinderkleding; soms kun je de aankondiging van zo’n film eenvoudigweg niet ontlopen. En werd je er niet direct door gegrepen, dan is het uiteindelijk toch het feit dat iedereen erover praat wel een reden om er meer van te willen weten of zien.
Het is een bekend gegeven: wij mensen zijn best makkelijk te verleiden.
Zo blijken afgoden ook te werken; terwijl wij goed doen (of denken te doen), worden we doorlopend geconfronteerd met hun trailers.
Gisteren lazen we al dat afgoden en afgoderij ons verwijderen van God. In het Bijbelboek Rechters is het een hoofdthema; de afgoden doen het volk Israël afdwalen van God en Zijn plan met het volk. En uiteraard heeft dat thema ook de trailer, die dit gedeelte (2:6 – 3:6) is, gehaald.
Sluipende afgoden
Wanneer het volk Israël het Beloofde Land in bezit neemt, is dat alles behalve een gevierde intocht. In de steden, maar ook in de bergen en het laagland moet men diverse volken verslaan en verdrijven. Naarmate de tijd verstrijkt, verslapt het voornemen om die strijd ten volle te strijden. Sterker nog, er blijkt ook een andere weg om het Beloofde Land te bewonen. Het volk Israël kan het namelijk ook delen, door nieuwe verbonden te sluiten. En langzaam aan verlaat zo het volk Gods plan en opdracht. Het volk lijkt er niet over te aarzelen, immers ‘iedereen deed wat in zijn eigen ogen goed was’ (Rechters 21:25).
Dit samengaan met andere volken brengt het volk Israël meer en meer in verleiding. De afgoden sluipen, bij wijze van spreken, naar binnen. En uiteindelijk bezwijkt men voor de aantrekkingskracht van de praktisch goden van de Kanaänieten. Want ja, zo’n offer voor vruchtbaarheid van het land, hoe erg is dat nu? En baadt het niet, schaadt het dan?
In ons eigen leven sluipen de afgoden soms net zo stil binnen.
Bijvoorbeeld de invloed van mensen met andere normen en waarden dan jijzelf. Ze veranderen zelden ineens je eigen gedrag. Maar de kans is groot dat je na verloop van tijd toch gaat toegeven en je je normen oprekt. En uiteindelijk zet je zo je waarden (en soms je waardigheid) op het spel.
Of de invloed van verkeerde gebruiken. Het wijntje in het weekend wordt een dagelijks wijntje… of twee… en als dan toch de fles open is… en als je niet meer de weg op hoeft, wie doe je dan kwaad met een paar glazen alcohol? Dan is de wijn toch nog geen afgod?
Als we alleen op eigen kracht goed willen doen, is de kans groot dat zo’n sluipende afgod terrein wint in ons leven. En wie zo alleen en op eigen kracht het goede willen volhouden, onderschat de kracht van de verleiding.
Alleen goed doen, is niet genoeg. Maar gelukkig hoeven we het niet alleen te doen?
Het helpt mij… nee, sterker nog, het heeft me al vaker gered, dat Gods belofte er ook voor mij is. Als ik me aan Hem verbindt, helpt Hij mij vaste koers te houden. Of zoals de psalmist het zo mooi zegt: dan helpt God mij een rechtvaardige te zijn. En… (Psalm 37:29-31)
29 De rechtvaardigen zullen het land bezitten
en het bewonen, hun leven lang.
30 De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid,
zijn tong spreekt gerechtigheid,
31 hij draagt de wet van God in zijn hart
en zijn voeten struikelen niet.
Tycho Jansen