Lezing voor vandaag (22 maart) – Rechters 18: 8-20
De geschiedenis van Micha komt kort gezegd hierop neer: Nu ik een Leviet als priester in dienst heb, ben ik ervan verzekerd dat ik van de HEER niets dan goeds te verwachten heb. Richteren 17:13. De geschiedenis van de Danieten op zoek naar land komt kort gezegd hierop neer: U kunt toch beter priester zijn voor een hele stam Israëlieten dan voor het huishouden van één man? Zo wordt er dus over God gedacht. Hij is voor het karretje te spannen. Zolang je maar iets doet met de beste bedoelingen, dan zal God het wel zegenen. Want alleen goed doen is niet goed genoeg. Je moet je er ook van verzekeren dat het goed genoeg is.
We worden hier geconfronteerd met een godsbeeld dat van alle tijden is. Het is het beeld dat wij God onder controle hebben. Zolang we maar ons best doen, doet God wel wat wij willen. Onvoorstelbaar hoeveel mensen nog met dat archaïsche idee rondlopen. Het is zo oud als Kaïn, die Abel doodt, omdat hij denkt dat hij God niet onder controle heeft met zijn offers. Hij meent dat God met goedbedoelde offers zich voor zijn karretje laat spannen. Zo’n godsbeeld is dodelijk. Dat blijkt al snel.
De Danieten menen, met de priester en het godenbeeldje dat Micha’s schoorsteenmantel sierde in hun midden, dat God voor hen is. Het kan niet anders of God zal jullie dat uitgestrekte gebied (…) in handen geven_ (Re. 18: 10). Het is toch beter dat de Ene, zijn naam zij geprezen, zich in dienst stelt voor velen?
De kruisvaarders met het Deus vult (God wil het) op hun banieren, de kerk van Rome in hun ijver om Urbi et Orb de mensheid te kerstenen en de nazi’s met op hun koppel ‘Gott mit uns’ dachten in dezelfde dodelijke lijn als Micha en de Danieten. Als God maar voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Spiegeltekst: Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.’ (Joh. 11: 50).
Inderdaad, een dodelijk godsbeeld. Waarmee we God en onszelf grotelijks tekort doen. Maar daar morgen meer over.