Elia was een man van God. No doubt.
Hij had wonderen en tekenen gedaan door de kracht van God die met Zijn Geest op hem was. Hij had het vuur uit de hemel gebeden en op zijn schreeuw naar God regende het, na jaren van droogte. Hij rende, gegrepen door de Geest, met het tempo van Usain Bolt (‘s werelds snelste sprinter) een complete marathon.
Lees maar na in 1 Koningen 18.
Hij had alle reden om vol vertrouwen zijn licht te laten schijnen.
Maar, toen Izebel hem met de dood bedreigde, spatte zijn vertrouwen als een zeepbel uit elkaar.
Hij vluchtte de woestijn in, liep 40 dagen en nachten achter elkaar door de brandende zon om zich uiteindelijk in een grot te verstoppen met maar één verlangen;
“Heer, neem mijn leven..”
God was niet boos op Elia, Hij was onzichtbaar aanwezig geweest bij iedere stap die hij zette.
En nu, terwijl Elia bang is en zich verstopt, roept God hem tevoorschijn.
Hij zoekt hem op in zijn onzekerheid, in zijn angst en Hij roept hem naar buiten. En de woorden die Hij spreekt zijn ook Zijn woorden voor jou vandaag:
“Ga naar buiten en ga op de berg staan, voor het aangezicht van de HEERE.”