In een poging om de hele bijbel een keer van voor tot achter gelezen te hebben, ben ik inmiddels aanbeland in het boek Samuël, waar ik lees over het leven van David. Als opvolger voor Saul koos God niet de zoon van de koning, of de oudste zoon uit het gezin van Isaï, maar de jongste, die ook nog eens een eenvoudige schaapherder was. Wat zal David gespannen geweest zijn!
De Heere zei: ‘Sta op en zalf hem, want deze is het.’ 1 Samuël 16:12
Bewijzen
Zie je het voor je? Dat je bij de supermarkt waar je werkt wordt opgehaald en dat je ineens tot koning of koningin wordt gekroond? Wat een gewaarwording! Uit ervaring weet ik dat hoe goed je je ook inzet op je werk, je toch als jongste persoon in de groep vaak minder serieus wordt genomen en ‘voor je plek moet vechten’. Je moet je eerst nog maar eens zien te bewijzen! Zo moet David zich ook gevoeld hebben. God gaf hem die kans, want daar was de reus Goliath. David was woest, dat zijn God beledigd werd. God hielp David om Goliath te verslaan. Van de een op de andere dag was hij een superheld.
“Hij zal je paden recht maken en je, misschien door strijd, meer vertrouwen in Hem geven!“
In de boeken van Samuël wordt beschreven hoe David het ene na het andere volk verslaat. Het volk zong: ‘Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden!’ (1 Samuël 18:7) Als ik zulke verhalen uit de bijbel lees, ben ik altijd geneigd aan mijn eigen geloof te gaan twijfelen. Zou ik ooit zo kunnen worden als David? Vol geloof en vertrouwen de strijd tegemoet gaan? En wat een goedheid, dat David ervoor pleitte om Saul te sparen, terwijl Saul David zo slecht had behandeld. Ik kan eerlijk van mezelf zeggen dat ik zo meestal niet handel!
Dal van tegenslag
Maar ook het leven van David kende ondanks zijn wandel met God flinke dalen. Meerdere keren moest hij op de vlucht gaan voor zijn vijanden en waren er mensen die hem wilden ombrengen. Doodsbedreigingen, rusteloosheid en achterom moeten kijken beheersten Davids leven. Wat moet hij ook radeloos en intens verdrietig zijn geweest toen een van zijn zonen stierf!
Maar het zát hem niet alleen tegen, hij werkte zélf ook weleens tegen! Ook al was hij oprecht een kind van God, dat betekent niet dat hij zonder zonde was. We lezen ook over zijn zonde met Bathseba en hoe David haar man zelfs laat vermoorden.
Petrus, een andere Bijbelse superheld, verloochende ook Jezus, die hem zo lief was. Toen het hem te heet werd onder de voeten, haakte hij af. En nee, toen zei de Heere Jezus niet: ‘Helaas Petrus, we hebben het geprobeerd, maar je blijkt ongeschikt.’ Integendeel! God verhoorde zijn gebeden en vergaf hem niet alleen, maar herstelde hem ook weer in zijn ambt. Ook bij deze gelovigen ontbrak het weleens aan vertrouwen. Oók Petrus geloofde niet dat hij met Jezus op het water zou lopen. Maar God kwam hun ongeloof te hulp en richtte hen weer op, waarna ze Zijn naam groot maakten.
Vergeving
En nee, ik wil in deze blog mijn eigen zonden niet goed praten en die van jou ook niet. Maar wat we wél uit deze geschiedenissen mogen leren, is dat geen zonde te groot is voor Gods genade en trouw. We zullen hier op aarde pieken en dalen kennen en nooit perfect en zonder zonden worden. Maar als je zonden op je schouders drukken en je geloof klein is, breng het dan in gebed bij onze Verlosser. De profeet Micha zei het al in vertrouwen: ‘U zult zich over ons ontfermen. Ja, U zult alle zonden in de diepte van de zee werpen!’ (Micha 7:19)
Hij zal je paden recht maken en je, misschien door strijd, meer vertrouwen in Hem geven! Gods liefde voor ons is niet gebaseerd op onze goede werken:
“En heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid.“ (Titus 3:5a)