Zonder dat ik eigenlijk wil weten wat het antwoord is vraag ik me af wat de bedoeling is van de schrijver van het artikel in het Reformatorisch Dagblad dat ik lees op CIP. Ik hoop van harte dat er een diep en zuiver motief aan ten grondslag ligt, maar, zonder te veroordelen, durf ik hier toch mijn vraagtekens bij te zetten. En dat verdorie nét nadat ik had besloten nooit meer kritisch te reageren naar anderen!
Maakt dit me dan tóch een criticus?
Sorry
Het artikel is geschreven naar aanleiding van een nieuw nummer van DoorBrekers Worship; ‘Ik ben geen zondaar’. Eén ding wordt in het artikel in ieder geval duidelijk; dat het moeilijk is om duidelijkheid te creëren. Nu ben ik geen theoloog en sorry als ik de plank daardoor wel eens missla. Of de bal. Maar dat gebeurt nu eenmaal als de werkelijkheid anders is dat dát wat je ziet. En ik ben wel de eerste die toe zal geven dat ik er soms gewoon faliekant naast zit.
Maar.., maakt me dat dan gelijk slechtziend?
Identiteitscrisis
De zienswijze van Luther op het wel of geen zondaar zijn wordt in het artikel ingezet als motivatie voor de eenzijdigheid van het ‘DoorBrekers-Evangelie.’ Maar de Bijbeltekst die ernaast gelegd wordt onderschrijft die gedachtegang helemaal niet. Hierdoor ontstaat precies dát wat de auteur de Doorbrekers verwijt; verwarring! Identiteitscrisis!
Paulus of Luther?
“Luther herontdekte vijfhonderd jaar geleden dat het Evangelie je niet van je zondaar-zijn bevrijdt, maar wel van je schuld.” – citaat artikel –
Luther baseert dit op de uitleg van Paulus over zijn innerlijke strijd (Romeinen 7). Hij concludeert dat Paulus daarmee bedoelt dat hij nog steeds zondaar is. Weliswaar gered, maar toch. Maar dát zegt Paulus niet! Hij zegt juist het tegenovergestelde. De hele Romeinenbrief is een uiteenzetting van de identiteitswisseling die er plaatsvindt op het moment dat je tot geloof in Jezus komt. Lees even met me mee;
Paulus adresseert zijn brief “aan allen die in Rome zijn, geliefden van God en geroepen heiligen (Rom. 1:7).” Geen zondaars. Heiligen! De kern van de brief is dan ook dat het Evangelie “een kracht van God is tot zaligheid voor ieder die gelooft” … “Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard (Rom. 1:16-17).”
Die gerechtigheid waar Paulus het over heeft houdt in dat God de zonde nooit twee keer zal straffen. Het goede nieuws (Evangelie) is dat door het offer van Jezus Zijn rechtvaardigheid aan mij toegekend wordt. Door God. Punt uit. Zonder kanttekeningen. Zonder kleine lettertjes.
Gerechtvaardigd, heilig!
“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof.. (Rom. 5:1)”
Door geloof in Jezus bén je rechtvaardig. Dat is een staat van zijn. Een identiteit. Een stukje verder (Rom. 5:8) wordt die gedachte bevestigd; “toen wij nog zondaars waren..” Nu niet meer dus. En “Toen wij vijanden waren…” is ook al voltooid verleden tijd.
En zo gaat Paulus maar door; met Hem één plant geworden (6:5), aan Hem gelijk (6:5), oude mens gekruisigd (6:6), zo dient u ook uzelf te rekenen (6:11), de zonde zal over u niet heersen (6:14), u wás wel slaaf van de zonde, maar nu..(6:17), toen u slaaf was (6:20), van zonde vrijgemaakt (6:22), nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbrengt (7:17), dus is er nu geen verdoemenis meer (8:1), die zijn kinderen van God (8:14), u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen (8:15), wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen (8:33), in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars..(8:37).
De logos van Theos
Ik ben geen theoloog. Ik ben wél een kind en daardoor kenner van God. Gekend door God. En zodoende weet ik dat de ‘logos’ van ‘Theos’ soms helemaal niet zo logisch is. Ik weet ook dat wij nooit het volledige plaatje kunnen zien. Simpelweg omdat wij ons ergens ín dat plaatje bevinden. Met onze eigen bagage. Onze eigen achtergrond. Onze omgeving en omstandigheden die als zuurdesem ons hele leven beïnvloeden. Gelukkig ziet Hij wél het hele plaatje. En Hij zegt dat ik geen slaaf meer ben, maar een zoon. Ik ben in Hem en Ik Ben is in mij. Dát is mijn identiteit.
IK. BEN.