Frustraties
Ik ben van mezelf graag netjes en gestructureerd. Het liefst is het hele huis spik en span. Omdat we allebei evenveel werken, is het nogal eens een discussiepuntje wie wat doet in het huishouden. Ik kan dan ook erg zeuren tegen mijn partner als hij met (natte) schoenen aan de woonkamer in stapt als ik net heb gedweild, als hij zijn kleding niet in de was gooit of als hij op zaterdagmiddag een lekkere lunch heeft gemaakt, maar de keuken niet opruimt. (Dames, wees even eerlijk tegen jezelf ☺) Als ik hem vroeg om de wasmachine aan te zetten als ik aan het werk was en hij niet, vergat hij het regelmatig en was ik boos dat alles op mij aan kwam, zo dacht ik.
Regelmatig veroorzaakten dit soort pietluttigheden spanning tussen ons: ik wachtte tot hij het uit zichzelf ging opruimen, dat gebeurde niet, ik ging me steeds meer ergeren en na een paar uur begon ik een preek tegen hem met termen als ‘je ruimt nooit op’, ‘het boeit je niet wat ik ervan vind’, ‘waarom hou je geen rekening met mij?’. Dit riedeltje herhaalde zich meerdere keren per maand en we waren beide gefrustreerd dat we ruzie hadden over dit soort onbenullige dingen. Ik bad regelmatig of God hem wilde veranderen, want dit was toch zonde van onze energie?
Helper
Los hiervan nam ik het besluit om de bijbel vanaf Genesis te gaan lezen. Ik las Genesis 2:18:
“God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.“
Oeps. Helper? Dat ik bij hem pas, daar kon ik me wel in vinden. Maar ‘een helper’? Zo gedroeg ik me niet echt. Ik vroeg in gebed om vergeving en nam me voor het allemaal anders te gaan doen. Als hij zijn kleren niet in de was gooide deed ik het, of ik vroeg het op een normale manier. Ik stopte me druk te maken over wie er die week het vaakst had gekookt en wie er aan de beurt was om de badkamer schoon te maken. Steeds als ik gefrustreerd raakte, moest ik aan het woordje ‘helper’ denken. Zo had God het bedoeld: dat ik hem help. Toen ik besloot het huishouden voortaan in mijn takenpakket op te nemen, had ik gek genoeg meer rust: het was geen discussie meer in mijn hoofd.
Ik zeur niet meer over elk prulletje dat rondslingert of als er soms was naast het bed ligt. En weet je wat er is gebeurd? Hij pakt regelmatig zelf de stofzuiger, zet de kookwekker zodat hij niet vergeet de wasmachine leeg te halen en hij ruimt veel vaker op dan vroeger, want hij respecteert dat het belangrijk voor me is.
Dit is niet gebeurd omdat ik God bad of hij mocht veranderen: hij ging niet opeens het hele huishouden doen op mijn gebed. Dit is gebeurd omdat God me liet zien dat ík moest veranderen. Ik bedoel hiermee niet dat elke vrouw een slaaf van haar man is en haar man op zijn wenken moet bedienen. Maar ik bedoel dat God soms wil dat je kijk op dingen eerst verandert, voordat de situatie verandert. Onze trots en ons egoisme staat ons soms in de weg om te kijken naar hoe de Heere Jezus het zou doen: je naaste liefhebben als kernwaarde!