Als kind van de reformatorische traditie was ik al van kleins af aan gewend aan de typerende terminologie die liefkozend ‘de tale Kanaäns’ genoemd word. En hoewel ik me hierin niet bepaald oefen, sluimert er ergens diep in mij toch nog een hardnekkige sympathie hiervoor. Al moet ik anderzijds toegeven dat haat en liefde ook in deze dicht bij elkaar liggen..
Angstgegner
Er zijn namelijk van die teksten die tot termen of gezegden omgevormd zijn. Die, totaal los van het bestaande verband, gebruikt worden om iemands persoonlijke overtuiging kracht bij te zetten. Of gewoon als ordinaire ‘angstgegner’; iets wat gezegd wordt om de ander de mond te snoeren, monddood te maken.
Van de week kwam ik er één tegen. Zo’n typische angstgegner. Maar nu in een wel heel bijzondere verpakking. Het was zo bijzonder subtiel en kunstig verwoord dat ik het niet als angstgegner herkende. Daar zou de stem van Lauren Daigle ook helemaal niet toe in staat zijn trouwens. Haar stem klonk bijna hemels toen het nummer ‘Salt&Light’ door de surround set klonk.
Refrein
De laatste regel van het refrein moest ik wel vier keer terugluisteren voordat ik besefte wat ze zong;
**“**For You are Salt and Light, You are love’s Great Height! You are deep and wide, a Consuming Fire!”
“A Consuming Fire..” Het drong opeens tot me door dat zij zojuist míjn persoonlijke angstgegner gebruikte. Bezong. Op een lieflijke en God prijzende manier die ik in deze woorden nog nooit ontdekt had.
“Want onze God is een verterend vuur.” – Hebreeën 12: 29 – SV
Een verterend vuur is toch even wat anders dan een ‘consuming fire’… Consuming komt op mij juist positief over in plaats van beangstigend. ‘Consuming’ heeft iets van: Tot je nemen, opeten, zuiveren. Daartegenover is ‘verterend’ eerder desastreus en onvergeeflijk.
Genade en Waarheid
Ik besloot dát te doen wat je in zo’n geval het beste kunt doen; de Bijbel raadplegen. Ik las Hebreeën 12 in zijn geheel om de tekst goed in zijn context te kunnen plaatsen. Vanaf het eerste vers lees ik een boodschap van bemoediging en hoop. Van genade en waarheid. Van openbaring. Perspectief.
In vers 18 tot 24 wordt schitterend en krachtig uit de doeken gedaan dat wij niet meer onder de wet vallen maar onder de genade. Dat de Waarheid zich aan ons geopenbaard heeft in de Persoon van Jezus. Dat wij in Hem gezegend zijn en geroepen worden tot een heilig leven. Dat het bloed van Jezus daartoe oproept omdat het van betere dingen spreekt dan het bloed van Abel. Geen wraak, maar een proclamatie van genade!
Onwankelbaar Koninkrijk
Al lezend ontdek ik de schitterende puurheid van God. Vol van genade en vol van rechtvaardigheid. Geen donkerheid in Hem. Geen dubbele bodem. Alleen licht. Vuur. Geen zonde of onvolmaaktheid die voor Hem kan bestaan.
En dat is precies de reden waarom God vuur is. Hij is verlangend om degenen die Hem gehoorzaam zijn te zuiveren van álles wat niet is geworden wat Hij voor ogen had. Om ons te bevrijden van alles wat ‘wankelbaar’, onzuiver is. En om ons ín Hem het leven in Zijn ‘onwankelbare’, zuivere en eeuwige Koninkrijk te schenken.
Want dát is wat Hij voor ogen heeft: Een onwankelbaar Koninkrijk die onze harten aanzet tot extravagante aanbidding! Tot expressieve lofprijs! En daarom maakt Hij schoon schip in de harten van Zijn geliefden. Door weg te branden wat niet van Hem is. Wat vuil is. Zondig. En Hij stopt niet, tot álles helemaal schoon is. Gezuiverd en gelouterd.
Want onze God is een verterend vuur!
Martijn