Het was een gewone ochtend in Bristol, Engeland. George Müller, een man die zijn leven wijdde aan de zorg voor wezen, stond voor zijn lege voorraadkasten. Geen brood, geen melk. Hoe vertel je dat aan honderd kinderen? Toch zette hij hen aan tafel. “We gaan bidden,” zei hij. Dankbaarheid, terwijl er niets was. Nog voordat het ‘Amen’ klonk, klopte een bakker aan. ""Ik voelde vannacht dat ik brood voor jullie moest bakken,"" zei hij. Kort daarna kwam een melkboer met een kapotte wagen: precies genoeg melk voor iedereen.
Misschien herken je dat gevoel: tekort. Geen tijd, geen energie, geen middelen. Het kan je zo klein maken. En eerlijk, God is geen Sinterklaas die precies geeft wat wij wensen. Maar Hij is een Vader die je ziet, die je kent, en die weet wat je nodig hebt. Hij zorgt. Hij zegent. Soms met iets tastbaars – gezondheid, middelen – maar altijd met wat je ziel écht voedt. Zijn voorziening is misschien niet wat je verwacht, maar altijd goed.
In Johannes 6 zie je het gebeuren: Jezus brengt overvloed uit een paar broden en vissen. Hij vraagt niet dat je alles op orde hebt of perfect bent. Hij vraagt alleen dat je wat je hebt – hoe klein of gebroken het ook voelt – in Zijn handen legt. Zoals bij Müller, zoals bij de discipelen. Je tijd, je moed, je zorgen. Leg het bij Hem neer. Vertrouw erop dat Hij genoeg is.