God is boos. Woedend zelfs. Furieus! Je kunt je geen voorstelling maken van de reactie die zonde oproept bij God. Zonde kan voor God niet bestaan. Het verteert in Zijn aanwezigheid. Hij walgt ervan. In God is geen zonde, geen kwaad, geen duisternis. God is heilig, liefde en licht. De karaktereigenschappen van God staan eenvoudigweg niet toe dat er tegenstrijdigheden aanwezig zijn. Hij is volmaakt. Soeverein. Alomtegenwoordig. Eeuwig.
En in al Zijn eigenschappen is Hij oneindig. En al Zijn eigenschappen komen samen in die ene eigenschap; liefde.
God. Is. Liefde.
Oneindig liefde. Voorbij-ons-voorstellingsvermogen-liefde. God is niet lief of lievig als in iets wat je kunt doen. Hij ís Liefde. Met de hoofdletter L. Hij heeft het uitgevonden.
Gevecht
Ik klap mijn laptop dicht. Zuchtend leun ik achterover in mijn stoel, mijn handen achter mijn hoofd. Het achtervolgt me. Dat voortdurende gevecht in mijn hoofd over wie God is. Hoe Hij is. De woedende God tegenover de liefdevolle Vader. Het lukt me intussen om die twee als één Geheel te zien. Niet omdat ik zo creatief ben in het bedenken van acceptabele alternatieven, maar juist omdat ik weet dat die twee niet zonder elkaar kunnen bestaan!
Haat & Liefde
Hoe kun je Liefde zíjn en tegelijkertijd iets hartgrondig haten? Hoe kan een God die Liefde is mensen voor eeuwig straffen? Haat en liefde horen toch niet bij elkaar? Ze kunnen toch niet bestaan in elkaars aanwezigheid?
En toch is er een oneindige haat aanwezig bij God, die liefde is. God haat de zonde met een volmaakte haat. Juist omdat Hij liefde is. Hij kent de wortel van de zonde door en door. Hij ziet wat het met je doet. Hij ziet waar het je brengt. Hij weet wat het gevolg van de zonde is als je erin berust.
Het zet je gevangen. Het vermoordt je. Voor eeuwig.
Preek
“Als je niet haat wat je zou moeten haten, kun je niet houden van dat wat je lief moet hebben.” Die zin blijft me al bijna een jaar bij na het horen van de preek van Henk Stoorvogel op het 4M event met het thema ‘Liefde doet’. Het raakte me tot in het diepst van mijn wezen. Ik zag dat ik hetgeen dat ik zou moeten haten, niet genoeg haatte waardoor ik niet genoeg kon houden van hetgeen ik het meest liefhad.
In 2 Samuel 19 geeft Joab David ervan langs omdat hij ligt te klagen over de dood van Absalom. Hij zegt tegen hem:
“U haat degenen die u liefhebben en u hebt degenen die u haten lief.”
God is niet boos
God is zo anders als David. Als mij. Hij is volmaakt in al Zijn eigenschappen. En stel jezelf daarom eens eerlijk de vraag; Als God volmaakt liefde is, moet er dan niet iets zijn wat Hij volmaakt haat?
God is niet boos. Want ooit, tussen de eeuwen in, was er een moment dat Hij Zijn ongebreidelde woede neer liet komen op de schouders van een Man. Een Man die Hem na aan het hart lag. Een Man die Één met Hem was. Is. En door de stortkoker van menselijk egoïsme en ik-gerichtheid liet Hij een kolkende tsunami van allesvernietigend vuur op Hem neerkomen. De straf op de zonde was volmaakt. Volmaakte woede van een volmaakte Vader tegen een volmaakte Zoon. Omdat Hij weet dat jij die straf nooit kan dragen. Jij kan nooit de woede dragen die tegenover jouw zonden staat. Alleen God kan dat. Omdat Zijn liefde een volmaakt tegengewicht is voor Zijn haat. En daarom sprak Jezus ook die machtige woorden:
Het. Is. Volbracht.
Over. Voorbij. Klaar. Volmaakte liefde was het enige wat stand kon houden tegen volmaakte haat. En God wist dat. Zó lief had God de wereld. Dat Hij Zijn Zoon gaf. Zijn enige. Die Hij liefhad. Zijn offer was genoeg. Genoeg voor álle zonden van álle mensen van álle tijden. De manier waarop jij op die liefde reageert bepaalt wie je bent. De bal ligt bij jou. Aan God ligt het niet.
Hij heeft jou lief. Hij ís liefde.