In de zee van het dagelijkse leven is het soms moeilijk om te blijven drijven. Je hebt het natuurlijke gevoel te moeten blijven watertrappelen. Doorgaan met waar je mee bezig bent. Dat waar je mee bezig bent lijkt je leven te zijn, het belangrijkste. Soms vergeet je dan dat je ook je doel voorbij kunt trappelen.
Plan
Ik weet diep vanbinnen wat echt het belangrijkste is. Ik weet dat Gods plan het belangrijkste is. Dat ik alleen maar mijn eigen kleine stukje van het plan zie. Maar Hij… Hij ziet alles. Hoe groot is alles? Niet alleen mijn leven, maar dat van alle andere miljarden mensen hier op aarde. En alle andere ontelbare mensen die ooit hebben geleefd en ooit nog zullen leven. De plannen die Hij voor hen heeft ontworpen. En niet alleen voor in dit leven… maar ook voor in het eeuwige leven. Zo groot kan ik niet denken. Zoveel kan ik niet zien. Daarom leef ik in mijn eigen wereldje. In mijn leventje waarin ik me druk maak over over mijn kleren. Over geld en over vrije tijd. En in de golven van onbelangrijke dingen ga ik af en toe flink kopje onder.
Op de eerste plek
Afgelopen zomer kwam er een meisje naar me toe. Ik was voor de eerste keer leidster op een tienerkamp en had dit meisje leren kennen als een lief, enigszins verlegen meisje, maar met een sterke persoonlijkheid. Er was net een dienst geweest, over “God op de eerste plek zetten”. Zij kwam naar me toe, ze moest huilen en vroeg me of ik voor haar wilde bidden. Toen ik met een andere leidster met haar sprak, vertelde ze ons waarom ze zo geraakt was.
Ze had het gevoel dat God niet altijd op de eerste plek in haar leven stond, omdat ze zich vaak liet verdrinken in het dagelijkse leven en dan eigenlijk bijna vergat dat ze een God hád.
Het raakte me dat ze zo eerlijk was en dat ze oprecht iets wilde veranderen aan haar leven. We vertelden haar dat iedereen zich wel eens zo voelde. Dat iedereen daar wel eens mee worstelde en dat ze zich niet schuldig hoefde te voelen. Maar we kregen het er niet in. Ze voelde zich schuldig. Ze wilde schoon schip maken met God.
We hebben voor haar gebeden. We hebben met haar gepraat. We hebben haar moed ingesproken. Ik denk terug aan haar nu, bijna een jaar later. En ik wou dat ik zo standvastig was als zij.
Schuldig
De afgelopen dagen heb ik me ook schuldig gevoeld. Schuldig over het feit dat ik steeds hetzelfde rondje blijf zwemmen. Ik doe kikker-schaar-potlood, de borstkrol, ik zwem op mijn buik, ik zwem op mijn rug, ik duik door het gat én ik doe de koprol… maar ik kom geen steek verder. Er is geen diploma te halen voor “God op de eerste plek zetten”. En daarom zal ik nooit blijven drijven.
Onvoorwaardelijk
God zei vanavond tegen mij:
Jildou, misschien praten we soms tijden niet met elkaar, en dat is jammer. Maar wees er gerust in dat Ik van je hou.
Misschien kan ik dat ooit nog leren. Vertrouwen op Gods liefde, Gods onvoorwaardelijke liefde. Dat ik mag ontspannen in de zee van dit leven. Ik hoef al die kunstjes niet te leren.
Hij heeft mij immers nooit losgelaten.
Liefs Jildou