Als aan jou gevraagd wordt wat het doel is van je leven, wat is dan jouw antwoord? Héb je er wel direct een antwoord op? Of is je antwoord afhankelijk van wie de vraag stelt? Hoe mooi zou het zijn als iedere christen (volger van Christus!) hierop hetzelfde antwoord zou geven, onafhankelijk van de vraagsteller?! En is het eigenlijk niet een basiswaarheid van waaruit wij ons leven vorm zouden moeten geven?
Het is voor mij een vraag die me lang heeft bezig gehouden. Zeker in de tijd kort nadat ik tot geloof kwam. ‘Wandelen in je bestemming’ was voor mij een vaag begrip waar ik mijn vingers niet achter kon krijgen. Toen ik de eerste 10 verzen van Efeze 2 las, werd ik de vraagsteller en vertelde Paulus hoe de vork in de steel zat. Of eigenlijk de steel in de vork. Ik stelde hem deze vraag en zijn antwoord was verbluffend helder en eenvoudig;
“Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” Efeziers 2:10
Ik vroeg mezelf af wat hij precies bedoelde met ‘Zijn maaksel’ maar voordat ik de vraag kon stellen citeerde hij uit 2 Kor. 5:17 dat wij, die in Jezus geloven, een nieuwe schepping zijn in Hem. Dat alles nieuw is geworden. Dat ik af moest van die gewoonten van vroeger. Dat moest gaan beschouwen als verleden tijd, er niet meer aan moest dénken zelfs (Jesa 43:18)!
Langzaam liet ik mezelf op de grond zakken, aan de voeten van Paulus, beseffend dat het Jezus Zelf was die door Paulus heen tot mij sprak. Ik was niet meer in staat om vragen te stellen en wat overbleef was een verlangen om meer te horen, meer te leren..
Hij scheen niet te letten op de verandering in mijn houding en geduldig ging hij verder met zijn uitleg. “We kunnen niet trots zijn op deze goede werken (Efez. 2:9), nee, we doen ze uit geloof! Deze nieuwe levensstijl is de vrucht van ons geloof, het vloeit er uit voort. En dat geloof Martijn, dat geloof is ook niet van onszelf, het is een gave, een cadeau. Een cadeau van God, gekregen door GENADE (Efez. 2:8)! We hebben er zeker geen recht op, dan zou het woord ‘genade’ geen enkele betekenis meer hebben. Gekregen door genade houd in dat het Gods verlangen was om ons, onverdiend, te laten delen in Zijn overweldigende rijkdom. Dit kon alleen gerealiseerd worden door de dood van Jezus, waarmee voor al onze zonden betaald werd (Efez. 2:7)!”
Het beeld van de oneindige hoeveelheid van mijn eigen zonden werd verpletterd door deze laatste zin waarmee Paulus aangaf hoe allesomvattend het lijden van onze Heer was en dat Zijn offer ruimschoots voldoende was om álle zonden van álle mensen van álle tijden (Joh. 3:16) te bedekken voor het oog van Zijn Vader..
Langzaam ging hij nu verder, duidelijk sprekend, zodat de reikwijdte van zijn woorden niet gemist kon worden: “Juist aan jullie, die geloven in Jezus als de Zoon van God, het volmaakte Lam, is deze genade gegeven. Hij heeft ook jou persoonlijk opgewekt en in de hemelse gewesten geplaatst (Efez. 2:6) waar je een plek inneemt boven alle macht en autoriteit. En nee, hier wordt je niet hoogmoedig van, integendeel! Kijk maar eens naar de reden van deze plaatsing, dan zie je dat er voor jou niets is om hoogmoedig over te zijn!”
Ik keek, en las in Efeze 2: 4-5 de volgende, overweldigende waarheid:
“Maar God! Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden –“
De dalende temperatuur in de keuken, veroorzaakt door een openstaande deur naar de tuin, zorgde ervoor dat ik loskwam van mijn Bijbel en zittend achter de laptop besloot ik jullie, als lezers van mijn eerste blog, dezelfde vraag voor te leggen; Wat is het doel van jouw leven?