De storm barst los. Wind giert, golven slaan over de boot, water sijpelt naar binnen. De discipelen – sommigen geboren vissers – doen alles wat ze kunnen. Hun ervaring, hun kennis, hun kracht: ze zetten het in om de boot boven water te houden. Maar niets helpt. De paniek slaat toe. “Heer, red ons, we vergaan!” En daar, tussen de golven en de chaos, ligt Jezus… te slapen. Rustig. Geen angst. Hij staat op, kijkt de storm aan en spreekt een enkel woord: “Wees stil.” En alles verandert. Misschien voel je die storm ook in je leven. Je probeert grip te houden, vertrouwt op je ervaring, je inzicht, je kracht. Vaak voel je je best kundig, toch? Totdat je merkt: dit red ik niet. Daar, in dat moment van tekort, ligt de uitnodiging om op te kijken. Niet naar de golven, maar naar Jezus. Hij is Koning, zelfs over wat jou probeert te overspoelen. Zijn aanwezigheid verandert de chaos niet altijd, maar ze geeft je een nieuw perspectief: dit raakt mij niet zoals ik denk, want ik ben veilig bij Hem. De storm blijft, maar Hij is erbij. Hij zorgt. Vertrouwen begint niet met proberen alles zelf te regelen, maar met zien wie Hij is. Een woord van Hem is genoeg. Een blik naar Hem opent ruimte voor vrede, zelfs als de golven blijven.