Aristoteles zei: ”Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Door meer inzicht te verwerven in jezelf, zul je beter begrijpen waarom je sommige dingen verlangt en andere verafschuwt. Het opbouwen van een kloppend zelfbeeld is op deze manier een grote stap op weg naar geluk.”
Klinkt redelijk. In de zin van ‘goed beredeneerd'.
Zijn conclusie komt voort uit de gedachte dat God wel bestaat, maar dat ons lot Hem onbewogen laat. Daarmee zijn we als mens zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van ons leven en dat van de mensen om ons heen.
Salomo zegt in Spreuken 9:10 dat het kennen van Gód het begin is van alle wijsheid. Hij was 600 jaar eerder dan Aristoteles, dus de credits gaan naar hem ;-). Door God te kennen leren wij onszelf kennen en zijn wij in staat om onszelf in de juiste verhouding ten opzichte van Hem te zien.
We zien dat ons hart tegengestelde verlangens heeft dat dat van Hem en dat we het ingewikkeld vinden om Hem te laten regeren over ons leven. We ontdekken dat we zelf de touwtjes in handen willen hebben en dat daar onze egoïstische en ondoordachte keuzes uit voortkomen.
Échte wijsheid begint met het kennen van God.