Soms kun je verdwalen, omdat je het grote plaatje uit het oog verliest. Dat overkwam Adam en Eva. Je kunt ook verdwalen omdat een ander je in de problemen brengt, zoals Hagar meemaakte. Je kunt ook opzettelijk verdwalen door Gods wil te negeren.
Jona had een heldere opdracht: ‘Ga naar Ninevé in het oosten’. Maar hij vluchtte naar het westen. Wegrennen voor God kan niet. Waarom ben ik dan toch zo vaak zoals Jona? Waarom kies ik om aan boord te gaan van een door mensenhanden gemaakt schip om te varen op een zee van twijfel en ongeloof?
Ik vertrouw op mijn aardse zekerheden, maar soms zijn de golven hoger dan mijn boot.
“Ik weet niet wat God van me wil.”, zeg ik tegen mezelf. Maar dat is een vals excuus. God spreekt niet in onbegrijpelijke morsecode en Hij gebruikt ook geen vage emoji’s. “Vertrouw je Mij?” vraagt Hij. “Ook als je iets moet doen wat je niet wilt?”