Licht. Vanaf het allereerste begin spreekt God ‘licht’. Het Woord dat God spreekt is altijd Licht en Leven. God wéét dat we het Licht nodig hebben om te kunnen leven.
En Hij zag hoe de mensen verdwaalden in het donker. In de macht van het donker. Ze zagen niet meer hoe ze konden leven zoals Hij dat bedoeld had. Blind voor het leven. “Maar Ik zal de blinden leiden langs een weg die ze niet gekend hebben. Ik zal voor hen de duisternis veranderen in licht.” Want … de wil van God is dat de mensen leven, eeuwig leven. En daar is het licht voor nodig om dat Leven te kunnen zien.
Daar kwam de Man, gezonden om de wil van de Vader te doen.
“Ik bén het Licht van de wereld. Volg Mij, dan zul je nooit meer in het duister zijn.” Want, de duisternis heeft het Licht nooit kunnen begrijpen en nooit kunnen grijpen. Het Licht is altijd sterker! Dus wanneer jij achter deze Rabbi aanloopt, op de weg van het Licht wandelt, ben je niet in de macht van het donker. Je wandelt al op een andere weg, kind van het Licht, op weg naar het Léven!