Angst kan een obstakel zijn tussen God en ons. Je kunt je zorgen maken om wat er in je leven allemaal mis kan gaan, of je kunt ronduit bang zijn voor God omdat je Hem ziet als een strenge rechter.
Wist je dat Jezus ook bang werd tijdens zijn intocht in Jeruzalem? Nadat het volk Hem heeft binnengehaald met de kreet ‘Hosanna!’ (‘Red ons!) krijgt hij te maken met de kritiek van de Joodse leiders. Vervolgens komt een groepje Grieken naar Jezus toe. Anders dan de Joodse leiders staan zij wel open voor Jezus’ woorden.
‘Jullie moeten sterven aan je eigen “ik”’, zegt Jezus tegen hen. Oftewel: geef je over aan God. Dat is exact wat Jezus gaat doen. “De angst slaat me om het hart”, zei Jezus. Hij was niet bang voor de martelingen en de gruwelijke dood die Hij zou sterven. Hij besefte dat Hij voor de zonden van de mens zou betalen. Dat was zijn opdracht. Hij zou daarbij gescheiden worden van zijn Vader en dat deed Hem zeer.
Hoe gaat Jezus om met die angst? Hij laat zich er niet door leiden, maar doet wat God wil. Hij sterft aan zichzelf. Hij maakt zijn eigen wil ondergeschikt aan de wil van zijn Vader. Het mooie is dat God vervolgens spreekt. Niet voor Jezus, maar voor ons. God bemoedigt ons.