23:31 uur
Ik zit aan de eettafel om te eindigen. Een stukje lezen in mijn bijbel, in de hoop dat ik bemoedigd wordt. Door die hoop vouw ik mijn handen en bid tot mijn Vader. Ik vraag Hem om mij krachtig Zijn liefde te openbaren. Mij te overtuigen van vergeving. Ik zoek troost en verlang naar vrede. Ik verlang naar bevestiging. Ik heb daar zo’n behoefte aan, omdat ik mijn falen voel. Mijn falen in het leven naar Zijn wil.
Ik herinner me dat ik me vanmorgen weer eens beter voelde dan die collega, die het niet snapte.
Dat ik mijn best deed om gevat te zijn, weer wat te zeggen wilde hebben.
Dat ik trots wegkeek toen er een mooie vrouw voorbij liep. Trots omdat ik met mijn ogen afgesproken had niet begerig naar vrouwen te kijken, zoals Job dat deed. Een minuut later had ik volop aandacht voor het lichaam van een vrouw, die niet mijn eigen vrouw is.
Ik moet aan vanmiddag denken, toen ik de sinterklaascadeaus, de burrito’s en ons aandacht-vragende pareltje overliet aan mijn vrouw, omdat ik zo nodig mijn werk moest afmaken. Dat werk is nog niet af, want ik was te druk met het googlen naar dikke horloges en mooie hike trips voor het volgende jaar. Nu het tegen twaalven is, constateer ik dat mijn tijd ook vanavond opging aan nutteloze zaken.
Amen.
Romeinen 1
Ik merk dat ik teleurgesteld ben. Ik besef dat ik mijn schuldgevoel niet weg kan bidden. Ik sla mijn bijbel open. Eigenlijk hoop ik dat mijn oog op een tekst valt die me raakt. Dat het me bedient van een antwoord op mijn vragen hierboven. Ik begin met lezen bij Romeinen 1:18…
Meteen lees ik over een woedende God. Woedend over de slechtheid van de mensen. Dat God Zich aan alle mensen bekend maakt. Dat de mensen Hem niet wilden danken en eren, omdat ze dachten zelf de wijsheid te hebben. Ik herken mezelf. Omdat God Zich zo vaak aan mij heeft bewezen en ik weer moet terugkijken naar een Godloze dag.
Ik lees dat de mensen zichzelf centraal stellen en weglopen van God. Dat God de mensen serieus neemt en hen overgeeft aan de macht van het kwaad, hun eigen wil. Verkeerde begeerten, roddelen, liegen, lui zijn, denken aan jezelf, kritiek hebben op anderen, je beter voelen dan anderen, Zijn liefdevolle wil niet serieus nemen. Opnieuw slaan de woorden in. Weer lijkt het Woord over mij te spreken.
Rechtvaardig leven door volledig te voldoen aan Gods wet of de wet in je hart (je geweten).
Het maakt me moedeloos want ik kan het voor mezelf wel invullen..
Ik lees: alle mensen doen verkeerde dingen. Niemand is trouw aan God. Geen mens doet goed, zelfs niet één. Niemand heeft excuses voor zijn slechte gedrag. Iedereen is schuldig tegenover God, want niemand lukt het zich volledig te houden aan de leefregels die God gegeven heeft.
Ik besef dat mijn falen niet Gods schuld is. Dat God de aarde schiep in al haar schoonheid, zodat de mensen konden genieten van Zijn schepping en van een relatie met Hem.
Ik verlang naar genade, vergeving. Omdat ik mijn falen niet alleen herken van vandaag, maar van zoveel dagen. Niet dat ik dat wil, maar omdat uit feiten blijkt dat het gebeurt.
Romeinen 3
En daar staat het antwoord:
Romeinen 3:21
Maar God wil mij redden! Niet doordat ik aan regels voldoe, maar doordat ik geloof!
God redt IE-DER-EEN die gelooft in Jezus Christus. Dat doet Hij, zomaar, voor niets! Zonder dat het me iets kost of omdat ik het verdien.
Ik lees over de trouw van God. Dat Hij eerlijk en betrouwbaar is.
Hij heeft ons zo lief! Hij wil ons als een liefdevolle Papa omarmen. Hij verlangt naar mijn open hart en wil mij genezen met liefde op liefde. Ik wil niet meer naar mezelf kijken. Want dat is wel reëel, maar ook tekort! Ik wil naar Hem opkijken. Hem vertrouwen.
Door mijn fouten heb ik schuld opgebouwd. God is rechtvaardig en wil dat mijn schuld weer goedgemaakt wordt. Daarom heeft God ons Zijn Zoon Jezus Christus geschonken. Jezus vernederde zich, door zijn Goddelijkheid los te laten en een beperkt mens te worden. Hij leed en stierf voor mij, voor jou! Voor mensen die van Hem weglopen, om onze schuld te betalen.
Ook voor mij.
Vrij
Ik doe mijn bijbel dicht en ben dankbaar. Dankbaar voor de betaling die gedaan is. Dankbaar voor gebedsverhoring. Verwonderd om de liefde van God voor mij, die zich uitte in het geven van Zijn Zoon Jezus Christus. Verwonderd om de liefde van Jezus, tot Zijn Vader, om in gehoorzaamheid de straf te ondergaan, en tot mij.
Ik ga slapen.
Ik voel rust en ben blij.
Er is betaald en ik ben vrij.