Samen met onze oudste zoon lopen we naar binnen. Helemaal naar achteren, het plekje waar we altijd zitten. De banken zitten vol, we zijn laat. Mensen glimlachen naar ons, sommigen zeggen gedag. Ik glimlach, groet en knik terug als reactie op al deze vriendelijkheid. Ik voel me thuis hier. En ergens vind ik het fijn dat deze mensen dat zien.
We gaan zitten en ik zie dat de tekst uit Jakobus 1 is vandaag. Gelukkig denk ik, de tekst is in ieder geval goed. Nu de voorganger nog. Even later zie ik wie er spreekt en ik voel de weerstand opkomen. “Afijn, misschien is er nog iets moois voor een blog uit te peuren.” schiet door mijn hoofd. Ik probeer te luisteren, met in gedachten mijn schrijfblok voor m’n neus..
Hoorder.
“ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken..” De monotone stem van de voorganger gaat verder en ik probeer een aantal zinnen te stylen waarvan ik denk dat ze het goed doen. De kern van het blog zeg maar. De boodschap waar de rest omheen gebouwd moet worden. Naarmate de preek vordert, vordert ook mijn eigen verhaal. En eigenlijk ben ik aangenaam verrast dat de beste man zo veel uit deze tekst haalt.
Eigenlijk.
“Eigenlijk zou ik dit of zou ik dat. Maar ja, je weet hoe dat gaat hè. Eigenlijk zou ik gehoor moeten geven aan alles wat God zegt, maar ja. We zijn en blijven mensen..” Opeens ben ik één en al oor. Opeens wordt ik geprikkeld. Opeens schampt hij mijn irritatiegrens en het denkbeeldige schrijfblok valt met een plof op de grond. Eigenlijk. Eigenlijk is een woord waar ik me mateloos aan irriteer. Al langere tijd. En eigenlijk, eigenlijk vind ik het gewoon fijner als dit even niet benoemd wordt. Maar eigenlijk is het wel beter. Eigenlijk is het het enige juiste. Voor mij. Nu.
“Luisteren is horen en het ook doen.”
Buitenkant
“En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders.” Voor mij is het pijnlijk confronterend. Want eigenlijk vond ik het wel mooi meegenomen dat mijn buitenkant helemaal klopt bij wat de mensen verwachten. Dat ze me zien als die jonge kerel met die mooie vrouw en twee prachtige kleine mannetjes waar niets aan mankeert. Die kerel die ook nog eens zo actief is binnen de kerk. Die blogs schrijft. Waar alles aan klopt. En ik vind het fijn dat deze mensen me zo zien. Ik vind het fijn dat mensen me zien. Míj zien..
Dader
Maar achter die buitenkant, achter dat masker, gaat iemand schuil. Iemand die niet zo perfect is als het er op zondag in de kerk uitziet. Achter dat pak en die glimmende ‘pattas’ , die als een cover om me heen hangen als ik de bank van het kerkbestuur in stap, zit een doodgewone kerel. Een jonge vent die bang is om te falen. Als vader. Als man. Als zoon. Als broer. Die niet altijd in de praktijk kan brengen waarover hij schrijft.
Als je de bende zou zien, de blote waarheid, dan zou je zien dat ik niet altijd een dader ben. Meer een hoorder. En een praatjesmaker. Want praatjes maken over dat wat ik hoor doe ik graag. En soms schrijf ik ze op. En soms lees je ze.
Punt.
Maar nu is het klaar. Vanaf nu ben ik wat je ziet. Vanaf nu ga ik doen wat ik hoor. Vanaf nu geef ik gehoor aan de Stem. Van God. En doe ik wat Hij van mij vraagt. Verschuil ik me niet meer achter ‘eigenlijk’. Nee. Vanaf nu geen eigenlijk meer. Ik lieg niet meer. Punt. Ik ga langs bij die vriend waar ik al zo lang niets meer aan heb laten horen. Punt. Ik neem mijn verantwoordelijkheid. Punt. Ik bel iemand op. Punt. Ik help waar dat nodig is. Punt. Geen ge- ‘ja maar’ meer. Geen eigenlijk. Alleen maar punten.
Doe mee!
Ik daag je uit. Om een punt te zetten. Om de ‘ik zou’s ‘ in je leven te veranderen in ‘ik heb’s’. Of ‘ik zal’s’. Vooruit dan. Maar zet punten, geen komma’s. En spreek me aan op dat wat je denkt te zien bij mij. Kom eens langs. Bel eens. Loop eens een stukje met me mee. Dan gaan we samen punten zetten.