Ik kan me die herders wel begrijpen. Ze waren op alles voorbereidt, maar niet op het verschijnen van engelen. Als stoere mannen, de wacht houdend bij hun kudde, hielden ze wellicht rekening met een aanval van een wolf of een verrassings manoeuvre van rebelse rovers. Zeker, dat zou ook de adrenaline door hun aderen doen gieren, maar niet op dezelfde manier als deze engelen. Engelen hebben blijkbaar dit effect op mensen.
Ook van Zacharias en Jozef staat dezelfde reactie opgetekend: Zij waren zeer bevreesd. We lezen een vers eerder dat de heerlijkheid van de Heere deze herders omringde toen de engelen besloten hen in te lichten over wat er op het punt stond te gebeuren. Het licht van God doorbreekt profetisch de duisternis waarin de herders wacht hielden. Sommigen van hen zullen gewaakt hebben, anderen waren aan de beurt om te gaan slapen.
We lezen hier dat de hemel de aarde geruststelt met die bekende woorden die we zo vaak tegenkomen in de Bijbel: ‘Wees niet bang’. Ik heb me laten vertellen dat het in verschillende vormen zo’n 366x voorkomt in het Oude en Nieuwe Testament. Voor elke dag 1x, +1 extra voor de zekerheid.
De engelen, de boodschappers van God, hebben goed nieuws. Niet alleen voor verbouwereerde herders zoals dezen, maar voor het hele volk Israël. Wat moet er toen door de hoofden van deze mannen zijn gegaan toen ze dat hoorden? Wat zou goed nieuws zijn in hun situatie? Zouden ze er rekening mee gehouden hebben dat de Zaligmaker in aantocht zou zijn? Het teken, gekoppeld aan de belofte, zullen ze met opgetrokken wenkbrauwen tot zich hebben genomen; een Kindje gewikkeld in doeken, liggend in een kribbe. Toch was de ontmoeting zo indrukwekkend dat ze later op onderzoek uit zullen gaan en inderdaad het teken tot zich mogen nemen.
Wat begon met een diepe vrees, ging over in vreugdevolle verwachting en uiteindelijk in zeker weten. Mag het ons ook zo vergaan.