Er is een tijd van komen en van gaan. In dit geval was het tijd voor de herders om terug te keren naar de kudde. Maar er is iets veranderd. Het zeer bevreesd zijn heeft plaatsgemaakt voor lofprijzing. Dat is wat een ontmoeting met goddelijk ingrepen met mensen doet. De vreze des Heren blijft, maar wordt aangevuld met een gevoel van diepe dankbaarheid en onuitsprekelijke vreugde.
Waar we niet overheen moeten lezen hier is dat het opnieuw duidelijk wordt dat wat God hen eerder had laten zien precies zo bleek te zijn zoals het hun was gezegd. Alles wat ze gehoord en gezien hadden bleek waarheid te zijn. Het is een krachtig statement over het Woord van God. Wat God spreekt is waarheid, wat Hij ons heeft nagelaten moet worden gekoesterd en zorgvuldig worden nageleefd. Het zijn geen regels om ons de voet dwars te zetten maar instructies waardoor wij tot volle bloei mogen komen.
Een dikke dertig jaar later zijn het niet de herders, maar de discipelen die visite krijgen van de engelen. Zij maken op dat moment ook de reis van vrees naar vreugde. Vol ontzag kijken ze naar de hemel als hun Heer en Verlosser aan hun oog onttrokken wordt. Maar in Lukas 24: 52-53 en Hand. 4:20 lezen we ook dat ze naar Jeruzalem terugkeerden met grote blijdschap en niet na konden laten om te spreken over wat ze gezien en gehoord hadden.
Dit is wat een ontmoeting met de hemel doet in mensen op aarde. Je hart raakt er vol van en je mond stroomt er van over. Welke ontmoeting, aanraking of gedachte zorgt er bij jou nog steeds voor dat je God looft en prijst?