De eerste leerlingen hielden zich niet meer in. Jezus was opgestaan, de Geest was gekomen, en dat had impact op álles. Ze bleven niet in de bovenkamer zitten. Ze gingen. Vol lef. Vol van de Geest. Hun leven ademde overgave – niet als lastige opgave, maar als vanzelfsprekend gevolg van wie Jezus was. Ze kénden Hem. En nu kenden ze Zijn Geest: de Andere Ik van Jezus. Dezelfde stem, dezelfde blik vol liefde, dezelfde drijfveer van genade.
Overgave begint daar. Niet bij discipline. Niet bij sterke wil. Maar bij kénnen. Je zet de Geest niet op de troon van je hart omdat het moet, maar omdat je weet: bij Hem ben ik veilig. Hij leidt. Hij weet de weg. Ook vandaag.
Vandaag is het Vaderdag. Misschien denk je aan je eigen vader, met warmte of met pijn. Misschien schuurt het. Maar laat Vaderdag je juist vandaag herinneren aan de Vader die je altijd ziet. Die niet wegloopt, niet vergeet, niet zweeft boven je leven – maar betrokken is, dichtbij, betrouwbaar.
Overgave klinkt misschien als iets zwaars, iets voor heiligen of zendelingen met grote dromen, maar het is juist de wonderlijke uitnodiging voor gewone mensen zoals jij en ik – om vandaag te zeggen: U mag het zeggen, Vader, in mijn gewone woorden, mijn kleine keuzes, mijn volle agenda, mijn twijfels, mijn verlangen om te leven zoals U het bedoelt.