Jezus leefde in eenvoudige, heilige ritmes. Hij was aanwezig in het moment, Hij trok zich terug en Hij bad. Vervolgens was Hij weer klaar om er te zijn.
In Lucas 5:16 (NBV) staat: Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden.
Ritmes zoals gebed, stilte en aanwezigheid zijn de ruggengraat van een leven dicht bij Jezus. Stel jezelf vandaag eens de volgende vraag: welke ritmes kan ik in mijn leven integreren om dichter bij Jezus te zijn?
Misschien is het voor jou een korte wandeling in de ochtend, een moment van stilte tijdens de lunch, of een gebed voor het slapengaan. Deze ritmes helpen je om te vertragen en bewust in de aanwezigheid van Jezus te blijven.
Jouw leven is de som van de dingen die je dagelijks doet, je gewoontes. Anders gezegd: De dingen die je dagelijks deed, hebben je gemaakt tot wie je vandaag bent. Als je wil groeien naar wie Jezus is, zul je de dingen moeten doen die Hij dagelijks deed;
leven in het ritme van de Rabbi.
