Zou het kunnen dat liefde pas echt begint waar je haar niet meer voelt? Niet als ze vanzelf komt, niet als het logisch is of iets oplevert. De liefde waar Jezus over spreekt is niet een liefde waar je zomaar in mee kunt gaan, omdat het zo mooi klinkt. Heb je vijanden lief. Zegen wie jou vervloeken. Leen zonder iets terug te verwachten. Wees barmhartig, zoals je Vader barmhartig is. Dat klinkt mooi, zolang het over anderen gaat. Maar wat als het over jou gaat? Over vandaag? Dan staat er iemand voor je die je irriteert. Iemand die je raakt op een oude plek. Of iemand voor wie je eigenlijk geen ruimte hebt. En ineens merk je hoe ver weg die liefde voelt. Wat je wilde geven, blijkt niet zomaar beschikbaar. En dan?
Daar begint oefenen. Niet in mooie woorden, maar in de kleine keuzes die niemand ziet. In blijven luisteren terwijl je moe bent. In niet terugduwen terwijl je gelijk hebt. In trouw blijven waar je liever uit de weg zou gaan. Oefenen klinkt misschien passief, maar juist daar wordt liefde actief.
Misschien is de echte vraag niet: ben ik goed in liefhebben? Maar: ben ik bereid om te blijven oefenen, ook als het me moeite kost? Want ergens daar, in dat ongemak, kan iets ontstaan dat niet uit jezelf komt, maar wel zichtbaar wordt. Liefde groeit uit blijven kiezen, en vooral blijven kijken. Kijken naar Jezus en Hem volgen, door met Hem te beginnen en in gesprek te blijven.