Als het kerst is, horen de kanonnen te zwijgen. Zowel op het slagveld als in ons eigen leven. Het hele jaar kan er van alles gebeuren, zowel mooie als moeilijke dingen, maar juist in de adventsperiode verlangen we meer naar rust. Het voelt onrechtvaardig als ons dat niet wordt gegund.
Jozef, Maria en Jezus werd niet het geluk van een rustige kraamtijd gegund. Ze moesten vluchten. Maar zij ontkwamen tenminste. Tientallen andere jongetjes vonden de dood. ‘Rachel huilde over haar kinderen’, zegt Matteüs.
In Bethlehem werden de inwoners van Juda verzameld voor ze werden afgevoerd naar Babylon. Rachel, Jakobs vrouw die is begraven in Bethlehem, huilde, zegt Jeremia hierover. In hetzelfde gedicht zegt God dat Hij Rachel zal troosten. Hij MOET zich wel over Efraïm (een verwijzing naar Israël hier) ontfermen. De verlossing is nabij.
Dit is de belofte van advent, dat Jezus’ verlossing en troost nabij zijn. Wat je ook meemaakt, droog je tranen. God MOET zich wel over je ontfermen. Je bent zijn oogappel.