“.. mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf..” - Paulus
De liefde waar Paulus het hier in 2 Timotheüs 3 over heeft is niet de liefde waar jij als dochter van God misschien net kennis mee gemaakt hebt. Díe liefde, die je van God ontvangen hebt, is goed en zuiver. Dat is de liefde die voortvloeit uit de liefde ván God en de liefde vóór God. De liefde uit het gebod dat Jezus de wetgeleerde aan laat halen in Lukas 10:27 en die in het Oude Testament genoemd wordt in Deuteronomium 6:5 en Leviticus 19:18.
“U zult de Heere uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.” - Jezus
Deze zelfliefde is de liefde die jou in staat stelt heilig-en-voor-God-welgevallig te leven.
Paulus heeft het over een heel andere zelfliefde.
Hij heeft het over de liefde waar de mens die God niet kent vol mee is. De liefde voor het eigen ik, voor het ego, voor het in stand houden van eigen belangen. De liefde die de mens heeft voor zichzelf als koning of koningin van zijn of haar eigen universum.
Die liefde, die ego-gerichte liefde, mag sterven in de goede grond van het Woord zodat jij jezelf niet te gronde richt, maar wortelt in Hem die het leven ís.