Het grappige bij deze Bijbeltekst is dat deze tekst ook vaak gebruikt wordt om de ander te vertellen dat hij z’n eigen balk niet ziet. En dat is nou precies waar het helemaal omdraait. Het altijd maar kijken naar ‘die ander’.
Het gaat zo gemakkelijk. We zien te gemakkelijk wat er fout is bij een ander, maar zijn blind voor onze eigen fouten en vuiligheid.
Weer die ogen hé? Waar is je blik op gericht?
Sinds dat we hebben gegeten van die vruchten van die ene boom, weten we te goed wat goed in ons is en fout bij die ander. Delen we alles op in hokjes en vakjes van ‘goed’ of ‘fout’. Ons denken is daar zo vaak mee gevuld.
Herken je dat?
Maar wat als we onze blik naar God blijven richten (weet je nog van de laatste 2 kruimels?)? Als we naar Hem kijken, zien we wij zelf zijn. Met onze fouten. Tóch schoongewassen door Jezus. Omdat Hij ons liefheeft. Ons eerst liefheeft. Vanuit dat zicht kijk je ineens met andere ogen naar jezelf … en naar de ander.
Dát is de schitterende reflectie van Gods Koninkrijk. Door jou en mij.
Zie jij dat ook?