Wat doe ik hier in huis, mijn Heer?
de kinderen schreeuwen, ik wil meer,
er is geen enkel ding dat moet
en toch voelt het benauwd
Ik weet hoe dankbaar ik moet zijn
dat klagen ongehoorzaam is
dat ik mijn taak niet mijden mag
maar dat voelt nu als ergernis
het is hier soms zo koud
Zit dan uw eer in wasgoed God?
In schoonmaakmiddel en in bleek,
In schone luiers heel de week,
In brood met hagelslag
Ik weet hoe dankbaar ik moet zijn,
dat zeuren nu uw zaak niet dient,
dat u mij altijd wilt voorzien
van wat ik nodig heb
Dat ik niet klagen mag…
Ik trek uw kinderen op schoot
en lees ze voor en zing wat geks
en ik ontdek opnieuw mijn taak
zoals zo vaak
U werpt een kleine zonnestraal
door pas gewassen ramen
noemt zachtjes onze namen
zo zacht dat ik het horen kan
en hardop zeg ik amen
Ook nu vandaag, nu ‘t wasgoed wacht
heb ik een stukje taak volbracht
van ‘t grote plan van uw behoud
en nu is het niet langer koud
Maar in Uw warmte en uw licht
kus ik een klein betraand gezicht en
zeg ik: stil maar, wacht maar, kind.
U zorgt dat ik mijn lied weer vind.
Dan wordt het stil U lacht mij toe
Hoe doet u dat toch elke keer?
Dank U, Mijn God, ik weet het weer,
ik weet wat ik hier doe.