Nu
Ik ben al weken bezig met het schrijven van dit verhaal. In mijn hoofd dan. In mijn hoofd heb ik al tien titels verzonnen, twintig onderwerpen overwogen en wel dertig keer de laatste zin geschreven. Verschillende ideeen die door mijn hoofd vlogen… Over dat gesprekje wat ik had bij de kassa, of wat die man zei toen ik hem hielp in de winkel… Allemaal over de winkel, dat wel. Want ik heb het momenteel ontzettend druk met de nieuwe baan die ik heb gekregen! Ik maak er van alles mee en ik doe er geweldige ideeen op, gouden ideeen. Voor prachtige verhalen die ik al tien keer had kunnen schrijven en die jullie al twintig keer hadden kunnen lezen… Maar ik heb het niet gedaan. Ik zit hier nu pas, uitgeteld van mijn nieuwe werk, zoveel uitgestelde dagen later om half tien ’s avonds op de bank. Het witte computerscherm staarde me vijf minuten geleden beangstigend aan. Nu moet ik écht iets gaan schrijven, dacht ik. Niet straks, niet morgen, niet later. Nu.
Schrijven
Schrijven is iets wat ik iedere dag doe, alleen niet altijd op papier. Schrijven gebeurt in mijn hoofd. God inspireert mij om mijn verhalen met jullie te delen. Ik wil mijn schrijven inzetten om mensen te helpen, zoveel als ik kan. God speelt een grote rol in de verhalen. Ik wil Hem laten heersen in mijn denken en op die manier Zijn liefde aan jullie verkondigen. Hij heeft mij dit talent gegeven en mij geroepen om Hem te verkondigen op deze manier. Dus waarom heb ik het de afgelopen weken dan niet gedaan?
9/11
Het was ’s avonds, een uur of elf, donderdag, misschien vrijdag… In ieder geval, de details terzijde, vorige week wandelde ik de woonkamer in en zaten mijn ouders voor de televisie. Er klonk een enigszins treurige melodie uit de boxen waaruit ik onmiddellijk opmaakte dat we iets serieus aan het kijken waren. Terwijl ik in een vrolijke stemming (in sterk contrast met het televisie-programma) neerplofte op de bank en de beelden bekeek, realiseerde ik me dat we een documentaire keken… 9/11. Ik bedacht me dat het inderdaad bijna 11 september was en dat het vijftien jaar geleden was dat deze ramp in New York gebeurde. Ik was toen een kind van vier en sinds die dag werd mij ieder jaar op tv en op school bijgebracht wat voor ergs er was gebeurt wat ik toen niet had kunnen begrijpen. Ondoordacht slaakte ik een zucht en klaagde ik.
“Hier heb ik nu echt geen zin in… Ik vind het heel erg wat er is gebeurd, maar mijn hele leven kijk ik al naar dezelfde documentaire en het boort mijn hele stemming in de grond!”
Later schaamde ik me voor mijn uitspraak. Zoveel mensen zijn die dag op een vreselijke manier om het leven gekomen. Zoveel mensen die ’s ochtends nietsvermoedend naar hun werk gingen… mensen die hun echtgenoten een kus gaven en hun kinderen bij school afzetten… Die “tot vanavond” zeiden en in hun haast misschien niet eens meer terug zwaaiden toen hun geliefden voor het raam stonden… niet wetende dat dit de allerlaatste keer zou zijn dat zij elkaar zouden zien. Als ik hier over nadenk, gaat het mijn verstand te boven. Ik vraag me af wat de mensen die zich op 9 september 2001 in één van de Twintowers bevonden, nog hadden willen doen. Ik bedoel, wat voor dromen ze nog hadden, wat voor plannen voor hun leven… Maar ook die kleine dingetjes. De dingetjes die ze al dagen hadden uitgesteld omdat ze er geen tijd voor konden maken. Een keukenkastje repareren voor hun vrouw? Een bloemetje brengen bij de zieke buurman…?
Een verhaaltje schrijven om Gods liefde te verkondigen?
Wat moet je doen?
We roepen het allemaal wel eens: “Doe vandaag wat je wilt doen, want morgen kan het te laat zijn!” Lukraak roepen we het in het rond en zovaak dat we ons bijna niet meer realiseren wat dit écht betekent en hoe actueel dit is. Ik zie veel mensen om me heen die hun dagen vullen met het zoeken naar wat ze moeten doen in dit leven, naar wat ze moeten studeren, hoe ze succesvol worden, hoe ze veel geld kunnen sparen en waarvoor ze dat geld gaan sparen… Wat moeten ze doen?
Maar is de vraag eigenlijk wel “wat moet je doen”? Stel je voor… weet je misschien onbewust niet allang wat goed is om te doen, waarvoor Hij jou heeft gemaakt, wat jij vandaag voor Hem kunt doen? Laten we ons soms niet téveel begrenzen door de maatschappij, door de mensen om ons heen en door wat “normaal” gevonden wordt?
De échte vraag is misschien niet: “wát moet je doen?”, maar “wanneer moet je het doen?”
Nu. Niet straks, niet morgen, niet later. Nu!
Liefs, Jildou