We hebben het steeds gehad over hoe alsmaar verlangen naar meer ons eigenlijk in de weg zit. In Gods koninkrijk is onder boven. Je wordt rijk door weg te geven. Je bent gelukkig als je verdriet hebt. Je krijgt eer als je dient. Dit zijn waardevolle lessen. En toch… toch verlangen we eigenlijk te weinig, zegt C.S. Lewis. “Als we de schaamteloze beloftes van beloning en de verbazingwekkende aard van de beloften in de evangeliën beschouwen, zou het lijken dat onze Heer onze verlangens niet te sterk, maar te zwak vindt. We zijn halfslachtige schepsels, die knoeien met drank en seks en ambitie terwijl ons oneindige vreugde wordt aangeboden, zoals een onwetend kind dat moddertaartjes wil blijven maken in een sloppenwijk omdat het zich niet kan voorstellen wat er bedoeld wordt met het aanbod van een vakantie aan zee. We zijn veel te gemakkelijk tevreden.” Als dit aardse leven te vergelijken is met moddertaartjes maken op een strand, dan is de hemel een banketbakkerij. Vanuit dat besef leven, is ware wijsheid. Verlang niet te weinig. Verlang naar meer… van Jezus.