Drie keer had Petrus gezegd dat hij Jezus niet kende. Drie keer. Stel je dat moment voor. De schaamte. De spijt. De blik van Jezus die hem raakt. Petrus faalt op het moment dat het zwaarst telt.
En toch is dit niet het einde van het verhaal. In Johannes 21, na de opstanding, zit Jezus met Petrus bij een vuur. Hij vraagt drie keer: “Heb je Mij lief?” Niet om hem te straffen, maar om hem te herstellen. Elke vraag is een kans om opnieuw “ja” te zeggen. Hier zie je geduld in zijn puurste vorm: geen haast om te straffen, geen verwijt, alleen een uitnodiging tot vernieuwing.
Jezus ziet jouw fouten en jouw misstappen maar staart Zich er niet blind op. Hij kijkt er dwars doorheen – naar wie we aan het worden zijn. Zoals Psalm 103 zegt: "De Heer is barmhartig en genadig, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid."
Zijn geduld is eindeloos.
Hoe vaak ben jij niet als Petrus? Hoe vaak faal jij? Maar Jezus blijft. Hij geeft jou ruimte om terug te keren, opnieuw lief te hebben, opnieuw te volgen.
Zijn geduld verandert je. En misschien, als je het toelaat, kan je dat geduld ook aan anderen laten zien.