Psalm 139 is bij velen een bekende Psalm. De berijming van deze tekst, Psalm 139:14, wordt vaak na het lezen van de wet gezongen. Deze gaat als volgt:
Doorgrond m', en ken mijn hart, o HEER; Is 't geen ik denk niet tot Uw eer? Beproef m', en zie, of mijn gemoed Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed'; En doe mij toch met vaste schreden Den weg ter zaligheid betreden.
Bij het vergelijken van het berijmde en onberijmde vers viel mij iets op, namelijk de middelste 2 zinnen van de berijming. Voedt mijn gemoed iets kwaads? In de Bijbeltekst staan hier de woorden; weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga.
Als iets je kwelt; je hebt ergens stress over, zorgen of zelfs pijn, redeneren we vaak dat we dat niet in de hand hebben. Dat het je overkomt. Door die stress, zorgen of pijn kan je echter wel afgeleid worden van de weg die God van je vraagt en je wijst. Overkomt je dat ook? Ben je dan enkel slachtoffer van de omstandigheden?
Lees dan het vers in de berijmde Psalm; voedt jouw gemoed dat kwade/onbehoorlijke? Laat je die zorgen, stress of pijn je bij God vandaan houden, je afleiden? Of ga jij, met die 'kwellingen' juist naar God toe?
En vraag je; Doorgrond mijn hart en doe mij toch met vast schreden, den weg ter zaligheid betreden!