Vroeger benauwde mij dat idee, dat God alles kon zien wat in mij leeft. Ik dacht dat Hij mijn gedachten zou afkeuren. Dat het niet goed genoeg was. En het frappante is, het is niet goed genoeg. Mijn gedachten kunnen niet voldoen, in de buurt komen van de heiligheid van God. En Hij weet dat. Sterker nog, het was die worsteling met onze gedachten, met ons ‘vlees’, dat Hij Zijn Zoon gaf. Om te voldoen. Aan alles waar wij nooit aan kunnen voldoen. Zodat wij weer kunnen doen wat altijd al het verlangen van God was: wandelen met Hem door het leven. Om ons Thuis te brengen. Hij is de God die met ons wíl zijn. Omdat Hij ons liefheeft. Omdat Hij ons ziet, gereinigd en geheiligd, door Zijn Zoon.
Hoe onbegrijpelijk mooi is het dat juist deze heilige God onze gedachten belangrijk vindt? Jouw gedachten ként. Dit ‘kennen’ is in het Hebreeuws echt een intiem kennen. Open en bloot. Alles zichtbaar voor de Betrouwbare. Die deze verbinding, die relatie met jou zoekt. Vertrouwd wil zijn met jou.
Waarom?
“Het is mij te wonderbaar”. Zo’n liefde. Zijn liefde.
Vertrouw jij God op die manier? Dat Hij jou mag kénnen?