Kan een schaap boos zijn? Ik weet één ding zeker. Ik was het wel. We hadden met onze Bijbelstudiekring net Psalm 23 gelezen. Je weet wel. Dat lieflijke gedicht waarin een herder zijn schaapjes leidt naar een groen weiland met een rustig kabbelend beekje. Terwijl de anderen kwebbelden over hoe de Heer hun herder was, werd ik bozer en bozer. Als ik een schaap was, dan lag ik niet rustig te genieten in het gras. Het stormde om me heen. Hoezo is de Heer mijn herder? Ik ervoer daar niets van. Op de weg terug naar huis was ik nog steeds boos en verdrietig. Plotseling gaf God mij een beeld van een oudere, Noord-Koreaanse vrouw die ik had geïnterviewd over haar verblijf in een strafkamp. Iedere ochtend als ze wakker werd, zei ze in haar hoofd Psalm 23 op. “Mijn omstandigheden zeggen niets over wie Jezus is”, had ze tegen mij gezegd. “Al bevind ik me in de hel op aarde, de Heer is mijn herder.” De Bijbel beschrijft niet altijd onze realiteit. Psalm 23 is een proclamatie, een belofte en een gebed.