Gethsemane. Je hebt de naam misschien vaker gehoord, maar heb je weleens stilgestaan bij wat het betekent? De naam betekent ‘olijfpers’. De plek waar olijven worden verpletterd onder zware stenen, zodat de olie eruit kan komen.
Juist daar, in die tuin, in die ‘olijfpers’, gaat Jezus de nacht in.
Je ziet Hem knielen, voorovergebogen in het gras. Zijn handen in de aarde gedrukt. ""Vader, als het mogelijk is..."" Hij bidt. Worstelt. Hij wéét wat komen gaat. De angst, de pijn, het lijden. Alles in Hem lijkt te roepen om een andere weg.
Misschien ken je dat. De dagen dat je bidt: ""Heer, niet dit. Niet zo."" Momenten waarop je niet weet hoe je verder moet, of het nog goed komt. Ik ken ze. Toen ik ziek was, worstelde ik met diezelfde vraag. Komt het goed? Herstel ik? En ergens in dat proces kwam de overgave. Niet omdat ik het begreep, maar omdat ik weet hoe goed mijn God is.
Dat is de tuin. De plek waar overgave geen makkelijk antwoord is, maar een keuze. Een worsteling.
En wanneer ik kijk naar Jezus, val ik stil. Dit is de Zoon van God Zelf, die worstelt – en zich toch overgeeft. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat Hij Zijn Vader kent. ""Niet Mijn wil, maar Uw wil.""
Waar worstel jij met overgave? Waar roept alles in jou om een andere weg, terwijl God je uitnodigt om Hem te vertrouwen?