De dagen voor kerst wordt je herinnerd aan de spanning van wachten. Advent is de tijd van nog-net-niet. Je voelt de honger naar vrede, naar die rust waar je over leest, maar vaak lijkt het nog buiten bereik. Je ziet de wereld om je heen, vol ruis en haast, zeker deze tijd van het jaar. En je ziet ons eigen hart, vol verlangen naar heelheid, maar ook vaak gebroken door het verleden of onzeker over de toekomst.
Dit wachten kan ongemakkelijk zijn, maar het is juist in dat wachten dat God jou uitnodigt om los te laten. Niet alleen de controle of de eindeloze stroom van plannen, maar juist de diepe overtuigingen die je vasthouden. Advent vraagt je te vertragen, om aandachtig te worden voor dat waar je écht naar verlangt. Jezus nodigt jou uit om je in die leegte over te geven, om te stoppen met streven en simpelweg ruimte te maken.
In die ruimte komt Hij. Als het stil wordt, kun jij Hem horen. Als je stopt met jagen, kun je ontvangen wat Hij brengt.
De rust en de vrede waar je zo naar verlangt.