Je kunt geen marathon lopen door het gewoon eens te proberen. Je trekt geen schoenen aan, rent de straat op en verwacht dat je 42km in één keer kunt rennen. Lichamen werken zo niet. Spieren moeten wennen, sterker worden, uithoudingsvermogen moet groeien. Dat vraagt om training.
Jezus riep geen volgelingen om het 'te proberen'. Hij riep hen om zichzelf te trainen. Niet om een keer iets goeds te doen, maar om een leven te bouwen dat geworteld is in Hem. Paulus vergelijkt discipelschap met een race. ""Weet je niet dat van de atleten in het stadion er maar één de prijs wint? Ren om te winnen!"". Niet om te presteren, maar om niet halverwege uit te haken. Zoals Dallas Willard zegt: ""Je verandert niet door kennis, maar door oefening."" Alleen weten hoe Jezus leefde, is niet genoeg. Alleen maar willen veranderen, is niet genoeg. Je moet trainen.
De afgelopen maanden ging het over vertrouwen, geduld, vreugde. Nederigheid, je blik op Jezus richten – elke stap was een training.
Kijk naar je gewoonten. Als je wilt groeien in gebed, maar je bidt alleen als je tijd over hebt, is dat proberen, geen trainen. Als je vreugde wilt ervaren, maar blijft wachten tot je je blij voelt, is dat proberen, geen trainen. Misschien voelt dat scherp. Maar discipelschap vraagt toewijding. We blijven trainen, een leven lang. Niet om iets te verdienen, maar omdat het ons vormt, ons dichter bij Jezus brengt.