Nee, ik ben de baas!' mijn neefje van drie stampt door de woonkamer. Kennelijk is het zo gemoedelijke spel met poppen en teddyberen zojuist verworden in een machtsstrijd.
De volwassenen die eromheen zitten grijpen snel in voor er echt een stampij losbreekt, maar ondertussen denk ik aan deze tekst uit Spreuken 13..
Hebben we niet allemaal snel last van 'overmoed'? Zoeken we onze waarde niet te vaak in onze machtspositie, willen we niet allemaal graag 'de baas' zijn?
De schrijver van deze spreuk (waarschijnlijk Salomo) roept ons op om open te staan voor goede raad van de mensen om ons heen. Want anders wordt het, net als op die zaterdagmiddag in mijn woonkamer, alleen maar ruzie.
Waar zoek jij je eigenwaarde in?
In de machtspositie die je hebt tegenover anderen?
Of mag Iemand anders de Baas zijn in jouw leven?