In het oude Mesopotamië lieten leiders vaak torens bouwen om … een naam te bouwen. Het idee was dat als je hoog genoeg bouwt, dat je dan bij de goden terecht kunt komen, waar ze in die tijd in geloofden.
Een naam bouwen.
Het blijft een gevoelig onderwerp. Hoewel ik aanneem dat je geen toren hebt, die naar jou genoemd is, toch bouwen we wel erg graag aan onze goede naam. Steen voor steen. Aan ons imago. Aan hoe mensen naar ons kijken. Naar je opleiding én de opleiding van je kinderen. Hoe gemakkelijk streelt het bijvoorbeeld je ego om jouw functie te noemen? Door wat je doet, probeer je te bewijzen dat je ertoe doet. Hoop je op goedkeuring. En we bouwen meer en meer en meer …
Totdat onze toren dreigt om te vallen en het niets heeft toegevoegd aan onze identiteit. Aan wie we zíjn. Want je bent niet wat je doet, je bent niet wat anderen over je zeggen, je bent wie God zegt dat je bent… en je draagt Zijn Naam. Waarom zijn we dan zo bezig met het bouwen van onze naam als we álles al hebben?