Lezing voor vandaag (28 febr.) – Rechters 4
Tamar
Vrouwen zijn niet te vertrouwen. Of wel? God denkt daar anders over. Hij neemt ze in dienst. Zij zijn de eerst aangewezenen aan wie God Zijn belofte toevertrouwt. De Messias. Wij mannen wijzen graag naar de vrouw als degene die misleidt. Maar misleiding hoort bij het domein van de slang. Verlossing heeft God aan de vrouw toevertrouwd. Tamar wist er al van. Deze schoondochter van Juda hield zich aan Gods Woord en ‘verleidde’ Juda (Gen. 38). Verleiding is niet hetzelfde als misleiding. Misleiding werkt van het doel af. Verleiding werkt naar het doel toe. Naar het messiaanse punt in de tijd. Zo wordt zij een moeder van de Messias.
Deborah en Rachel
Deborah leidt Israël verder. Zij hoorde Gods Woord, profeteerde Gods Woord en bewaarde Israël bij Gods Woord. Zij houdt spreekuur onder een palm. Prachtig, die Hebreeuwse taal. Er staat letterlijk: zij zat onder de ‘tamar’. Op wonderlijke wijze houdt God Zijn belofte levend. Vanonder de tamar, de palm, richtte zij Israël veertig jaar. Zij leidt de belofte verder. Ze leidt Barak, die niet de strijd met de onderdrukkers van Israël wil aangaan zonder dat Deborah meegaat. Goed verstaan is onderdrukking door de buurvolken van Israël niets anders dan Gods belofte onderdrukken. Wegdrukken. Totdat deze niet meer gehoord wordt. Maar dan is er nog altijd Rama, vanwaar Deborah onder de palm het volk richt. Rama en de profetische stem van Rachel. Rachel, de aartsmoeder van Israël. Haar smartelijke stem, omdat ze haar zoon moet loslaten bij de geboorte (Gen. 35: 18), wordt in Jeremia aangehaald en profetisch verstaan (Jer. 31: 15). Dit gedeelte uit Jeremia zal in het Evangelie naar Matteüs opnieuw klinken bij de kindermoord te Bethlehem. De stem uit Rama wordt gehoord en Deborah leidt haar volk verder.
Jaël
Rachel, Tamar en Deborah brengen ons bij Jaël. Een dappere vrouw. Een pinnig wijf zou Sisera haar genoemd hebben als hij de aanslag zou hebben overleefd. Maar hij overleefde het niet. Wie Gods kinderen onderdrukt, verblindt en misleidt bij Hem vandaan, moet nou niet denken dat Hij dat op z’n beloop zou laten. Geen vader, en vooral geen moeder zou dat doen. Zou Hij dat dan wel doen?
Om over na te denken. Een aantal vrouwen (in de verschillende evangelieën worden er vier met name genoemd, 2x Maria, Johanna en Salome), waren aanwezig bij de graflegging van Jezus. Eén van hen ontmoette de opgestane Heer. Zij moederden over Gods belofte. Waar waren de mannen?
Om over na te denken. Wij vinden nog steeds een man met macht een geboren leider en een vrouw met macht iemand met een afwijking.
Spiegeltekst: Spreuken 31: 10-31, het loflied op de sterke vrouw.