Mijn God, mijn ziel buigt zich neer in mij,
Daarom denk ik aan U…
(Psalm 42:7a)
Terwijl de dichter gebukt gaat onder zwaarmoedige gedachten en gevoelens, maakt hij een keuze. In deze toestand kiest hij ervoor om zich op God te richten. Juist terwijl hij terneer gebogen wordt, richt hij zich op naar God. Bij God zoekt hij naar vreugde. Bij God zoekt hij naar verlossing. Van God verwacht hij het. Daarom denkt hij aan God. Een bewuste keuze. Een keuze die ook wij kunnen maken. Hoe gemakkelijk is het om verder en dieper te peinzen over wat ons neerdrukt. Maar houd dit vers eens voor ogen als je opnieuw terneer gebogen wordt: Mijn God, mijn ziel buigt zich neer in mij. En dan? Dan richt ik mijn aandacht op God. Dan denk ik na over Hem, omdat Hij mij hoop geeft.
Kreunen naar God
Wanneer de Psalmist zijn aandacht op God richt, is zijn leven niet opeens een sprookje met rozengeur en maneschijn. Hij schrijft over zijn situatie:
Watervloed roept tot watervloed,
Terwijl Uw waterkolken bruisen;
Al Uw baren en Uw golven
Zijn over mij heen gegaan.
Waarom ga ik in het zwart gehuld,
Door de onderdrukking van de vijand?
(Psalm 42:8, 10b)
Weet je wat ik een van de mooie dingen in de Bijbel vind? De Bijbel benoemt dingen gewoon. Het verzwijgt niet dat het leven soms gewoon moeilijk is. De dichter richt zich kreunend op God: ”Waarom, God, waarom?” De vraag mag gesteld worden.
God in actie
Toch blijft hij niet hangen bij zijn vragen. Terwijl de dichter op dit moment in zwaar weer verkeert, terwijl hij door stormen heengaat, weet hij dat God in actie zal komen. Hij weet dat God nog steeds de controle heeft, dat God nog steeds Heerser is. Hij schrijft:
Maar de Heere zal overdag Zijn goedertierenheid gebieden;
’s nachts zal een lied bij mij zijn,
Een gebed tot de God van mijn leven.
(Psalm 42:9)
Een lied, een gebed zal bij hem zijn. Misschien een lied en gebed tegen de donkere achtergrond van zijn levensomstandigheden, maar des te meer zal dat lied of gebed schitteren! God zal goed zijn, God zal Zijn goedheid gebieden.
Hoop op God
Omdat dit zijn vertrouwen is, spreekt de dichter zichzelf toe:
Wat buigt u zich neer, mijn ziel,
En wat bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven;
Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.
(Psalm 42:12)
Hij bevraagt zichzelf en geeft zichzelf een bevel: hoop op God. Hoop op God, als de omstandigheden moeilijk zijn. Hoop op God, ook als je gevoel het tegenovergestelde zegt. Hoop op God, als alles donker en onrustig is. Hoop, vertrouw, weet het zeker: eens zal ik God weer loven. Daarop vertrouw ik. God is mijn God. Hij zal verlossing schenken. Heb hoop. Waarom? Omdat God mijn Verlosser is en mijn God.