Adembenemend
Uw majesteit is onaantastbaar, niemand is aan U gelijk. Onvolprezen, zonder weerga, koning van het hemelrijk.
Oorverdovend als de donder, helder als een bliksemschicht. Oogverblindend is de luister van uw heilig aangezicht.
Toch bent U niet onbereikbaar; door uw Geest woont U in mij. U bent alomtegenwoordig: overal altijd nabij.
Refrein: U bent adembenemend, eindeloos mooi, overstijgt wat een mens ooit heeft gezien, gehoord, bedacht.
U bent meer dan bijzonder, buitengewoon. Niets is vergelijkbaar met uw majesteit en pracht.
Uw werken zijn verbazingwekkend, schoonheid die de schepping vult. Onuitspreek’lijk is de grootsheid waarmee U zich heeft omhuld.
Ondoorgrond’lijk zijn uw wegen, onvoorstelbaar is uw macht. Uw gedachten zijn ongrijpbaar, ontzagwekkend is uw kracht.
Toch bent U niet onbereikbaar; door uw Geest woont U in mij. U bent alomtegenwoordig: overal altijd nabij.
(Refrein)
Uw wijsheid is onovertroffen en uw woord zal nooit vergaan. Uw rechtvaardigheid onwrikbaar, eeuwig blijft uw trouw bestaan.
Onweerstaanbaar is uw liefde, uw genade ongekend. Here, U bent onbeschrijflijk, want U bent wie U bent.
(Refrein 2x)