Nooit meer alleen (ook al gaat mijn weg)
Ook al gaat mijn weg door een die dal van duisternis heen, Uw liefde drijft de angst uit in mij. Ook al loop ik vast overvallen door een hevige storm, ik keer niet om want U bent nabij.
En ik vrees een gevaren meer, met mijn God steeds aan mijn zij. Voor wie zou ik nog vrezen? Hij is toch bij mij? Hij is toch bij mij?
Refrein: Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de stormen. Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de dalen. Nooit meer, nooit meer alleen; Heer, U laat mij nooit meer alleen.
En, ik zie al de glans, in de verte, van het stralende licht. Dat schijnt voor elk die volhoudt en wacht Maar tot aan die dag dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, blijf ik U prijzen, blijf ik U prijzen.
En ik vrees geen gevaren meer, met mijn God steeds aan mijn zij. Voor wie zou ik nog vrezen? Hij is toch bij mij? Hij is toch bij mij?
Ja, ik zie al de glans, in de verte, van het stralende licht. Maar tot aan die dag dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, blijf ik U prijzen, blijf ik U prijzen. -2x-
(Refrein 3x)