Daar stond hij dan. Op de plaats waar grote mannen van naam voor hem hadden gestaan. Boven op de Areopagus, de berg in Athene onder de rook van de Acropolis, waar sinds mensenheugenis recht gesproken werd. Om hem heen zat de intellectuele elite van de stad hem vragend aan te kijken. Ze wilden weten wat hij geloofde. Vierhonderd jaar eerder stond Socrates, de grondlegger van de Griekse filosofie, ook op deze plaats. Ook hij had, net als Paulus, op de markt mensen bevraagd. Socrates werd onder andere ter dood veroordeeld voor het introduceren van een nieuwe godheid en het niet vereren van de bestaande goden. En hoe zat dat met Paulus? Wat geloofde hij?
“Socrates werd onder andere ter dood veroordeeld voor het introduceren van een nieuwe godheid en het niet vereren van de bestaande goden.”
De onbekende God
Paulus geloofde niet in een nieuwe God. Maar hij was niet te beroerd om te vertellen welke onbekende God de Atheners dienden. Ze hadden zelfs een lege sokkel in de stad staan waarop stond ‘Aan een onbekende god’. Er stond geen beeld op de sokkel, een onbekende God kun namelijk niet afbeelden. Paulus verkondigde geen nieuwe God, wél nieuwe kennis! En welke echte Athener wilde nou geen nieuwe kennis?
Paulus begint te vertellen wie deze onbekende God is. Hij is de God die de wereld heeft gemaakt en die Heer over hemel en aarde is. En terwijl Paulus wijst naar de Acropolis, voegt hij eraan toe dat deze God niet woont in tempels die door mensenhanden gemaakt worden. Deze God heeft niemand nodig, geen dienst of aanbidding, Hij is degene die Zelf aan allen het leven, de adem en alle dingen geeft. Hij is de God die de mens ruimte geeft om te leven en seizoenen om te overleven. En ons leven hier, ons zijn op deze aarde heeft maar èèn doel: deze God te zoeken. En Hem al tastende vinden want: Hij is niet ver van ieder van ons. Want in deze God leven wij, bewegen wij en bestaan wij…Of zoals Martin Smith het al zo mooi zong:
Our God is bigger than the air we breathe.”
Omdat Hij overal is, zúllen we Hem vinden als we Hem al tastende zoeken.
Jezus
Tot zover een verhaal waar veel spiritueel ingestelde mensen nog wel wat mee kunnen. De Atheners ook wel. Maar Paulus gaat verder: en als wij Hem dan vinden, vinden wij Hem in Zijn roep om een nieuw leven te beginnen. Want, zegt Paulus, Hij zal komen in de persoon van Jezus Christus en Hij zal de wereld oordelen. Daarvan heeft God het bewijs gegeven door Hem uit de dood te laten opstaan…
Het verhaal van iemand die uit de dood zou zijn opgestaan klonk 2000 jaar geleden net zo vreemd als dat het vandaag klinkt. En dan nog een roep om bekering ook! Voor de mensen op de Areopagus is het echt teveel van het goede. Ze staan op, maken Paulus belachelijk en gaan er vandoor. Zonde van de tijd, wat denkt die vent wel?
Opstanding uit de dood. De Bijbel is zich er volledig bewust van hoe dwaas dit overkomt in de wereld. Toch geloven christenen dat Jezus’ opstanding uit de dood het verschil maakt tussen leven en dood, tussen dag en nacht en dus ook tussen geloof en ongeloof. Omdat Jezus is opgestaan geloven we dat ook wij zullen opstaan op de dag dat Hij terugkomt. Daarom is Zijn opstanding onze laatste hoop. Omdat Hij leeft, zullen wij leven. En door het geloof trekken wij dat naar het vandaag en leven we alsof we niet zullen sterven daar we de dood als overwonnen zien: als een overgang van leven naar Leven.
Afhaken of aanhaken?
Het gros van de toehoorders op de Areopagus haakt af op deze boodschap, maar sommigen geloven. En die sommigen zijn vandaag de dag uitgegroeid tot het totaal van 2,4 miljard gelovigen wereldwijd. In ons deel van de wereld krimpt het aantal gelovigen, maar wereldwijd gezien is het de snelst groeiende godsdienst ooit. De Bijbel spreekt over de heiligen aan het einde van de tijd als een ‘schare die niemand tellen kan’. Wat zou Paulus door dit gegeven bemoedigd zijn na zijn ‘mislukte’ preek op de Areopagus.
En hoe is het met jouw geloof in de opstanding van Jezus Christus? Geloof jij Hem te ontmoeten aan het einde van de tijd? Bepaalt dit gegeven de keuzes in je leven?
Als je zoekt, zul je Hem al tastende vinden. Hij is niet ver van jou vandaan!