Ongeveer twintig jaar geleden kreeg ik de kans om samen met een klasgenoot een week mee te varen op een visserskotter op de Noordzee. Telkens als we ‘s nachts uit ons bed werden getrommeld om na een trek de netten op te halen, keek ik over het gitzwarte water. De nachten dat we dichtbij de kust voeren, zag ik op grote afstand de onmiskenbare lichtstralen van vuurtorens op de kust.
De schipper vertelde me dat met de komst van radar en GPS de voornaamste functie van vuurtorens is verschoven naar het waarschuwen voor gevaren, terwijl ze vroeger voornamelijk als cruciale bakens voor navigatie dienden. Schepen voeren vroeger min of meer blind over zee. Een duidelijke richting, maar onbekend en gitzwart water voor de boeg waar zo nu en dan een straal van licht op werd geworpen.
In ons dagelijks leven kunnen we de Bijbel, het Woord zien als een licht dat ons pad verlicht, vergelijkbaar met hoe vuurtorens ooit schepen hielpen navigeren door donkere en onbekende wateren. Het Woord biedt ons zowel richting als waarschuwing, begeleidt ons door de uitdagingen van het leven en waarschuwt voor gevaren. Punt is alleen wel dat we het Woord niet alleen moeten horen, maar ook doen, daarover morgen meer.