Spreuken 22:7 “Een rijke heeft macht over armen, wie leent, is de slaaf van wie uitleent”.
Economisch systeem
In ons economische systeem is het aangaan van langlopende financiële verplichtingen onvermijdelijk. We kopen huizen, we doen bedrijfsmatige investeringen en met elkaar houden we zo de economie draaiende. Financieringen brengen zaken dichtbij die anders niet eens in zicht zouden zijn. En we vinden het normaal: uit een schrijven van de Nederlandse Bank van dit voorjaar blijkt dat de schuldniveaus in de private sector nog nooit zo hoog zijn geweest als nu*.
Maar we kennen ook een andere kant. In tijden van economische neergang kunnen de financiële verplichtingen voortkomend uit een lening te zwaar worden wat een behoorlijke negatieve, knechtende invloed kan hebben op je dagelijkse leven. Een negatieve invloed die ik aan den lijve heb ondervonden tijdens de Kredietcrisis na het lenen van een flink bedrag voor het investeren in een jonger binnenvaartschip.
Wat zegt de Bijbel hier over?
De Bijbel vind wat van geld lenen, al wordt nergens expliciet het uitlenen of lenen van geld verboden. In de Bijbelse tijden vond het lenen van geld vaak plaats uit noodzaak veroorzaakt door armoede. Veel teksten in het Oude Testament over het lenen van geld staan in die context. Daarom was het de Israëlieten bijvoorbeeld niet toegestaan om rente te rekenen. De arme moest beschermd worden, niet zwaarder belast. Ook stelde God het Sabbatsjaar (Deut. 15) en het Jubeljaar (Lev. 25:10) in waarmee restricties werden gesteld aan de looptijd van schulden.
Kerngedachte achter de Bijbelse terughoudendheid ten opzichte van leningen is het Bijbelse begrip van de ‘Vrijheid’.
In het Nieuwe Testament bevat het onderwijs van Jezus de gedachte dat de ontvangen inlossing van onze zondeschuld, gevolgen heeft voor de wijze waarop de vergeven zondaar omgaat met degenen die hem iets schuldig zijn (Matt. 6:12, Matt. 18:23-25). Paulus stelt in 1 Kor. 6:12 dat ‘alles mij is toegestaan, maar niets mij mag beheersen’. Het ‘niets’ van Paulus kan ook toepasbaar zijn op de negatieve gevolgen van een lening. Jakobus schreef in zijn brief dat we voorzichtig mogen zijn met onze (zakelijke) plannen omdat ‘U niet weet hoe uw leven er morgen uitziet’ (Jak. 4:13-15). Woorden die in het licht van langlopende financiële verplichtingen toch wel schuren.
Kerngedachte achter de Bijbelse terughoudendheid ten opzichte van leningen is het Bijbelse begrip van de ‘Vrijheid’. De Tien Geboden beginnen met die prachtige woorden; ‘Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd’. Binnen de daarop volgende spelregels van het verbond dat God met Zijn volk sloot was het volk Israël eerst en vooral een bevrijd volk.
Ook Christus heeft ons bevrijd, opdat wij in vrijheid zouden leven (Gal. 5:1). In de realiteit van het Koninkrijk zoals dat is en komt zijn we geroepen om vrij te zijn, door het geloof; vrij van schuld en vrij van zonden.
Geroepen om vrij te zijn!
Is er een alternatief? Misschien, tot op zekere hoogte wel. Ik was eens in een Rusland – Duitse Baptistengemeente waar het de gewoonte was dat stellen die binnen de gemeenschap trouwden, door de gemeente via een lening geholpen werden aan een huis. Kwam geen bank aan te pas. Een mooie invulling van het ‘alles gemeenschappelijk hebben’ wat we in een andere vorm bij de eerste gemeente in Handelingen ook tegen kwamen. Bij moeilijke economische of persoonlijke omstandigheden is binnen de gemeente een coulantere sfeer mogelijk dan je bij de doorsnee bank mag verwachten.
De Bijbelse terughoudendheid met betrekking tot het aangaan van schulden zou meer de onze mogen worden. We hoeven niet meer te zeggen dan de Bijbel zegt, dus moeten we het niet gaan benaderen vanuit een sfeer van ‘mag wel, mag niet’. Maar schulden zijn nou eenmaal niet onschuldig. Zelfs niet als je het krediet noemt. We zijn geroepen om vrij te zijn. Een duurbetaalde vrijheid welke we eren door persoonlijk op zoek te gaan naar een balans tussen de tijdelijkheid van dit leven inclusief daarbij passende financiële verplichtingen en de eeuwigheid waarvoor alles al betaald is.
* De Nederlandse Bank. 2017. “Overzicht financiële stabiliteit. Voorjaar 2017.”. Pag. 10.