Gerard Vrooland

Dit boek is qua opzet anders dan de meeste boeken over de Apocalyps. De auteur Gerard Vrooland verstaat de kunst dit moeilijke Bijbelboek toegankelijk te maken voor niet-theologen, terwijl in alles blijkt dat hij zelf een theoloog van niveau is. Het gebeurde tegen het einde van de eerste eeuw. Op Patmos zag Johannes het, hoorde hij het, beleefde hij het en beschreef hij het: de Apocalyps. Apocalyps betekent letterlijk dat de deksel van de geschiedenis afgaat. Machten uit onzichtbare dimensies worden openbaar in visioenen, een taal die totaal anders is dan de taal van een historicus. De apostel Johannes beleefde het bijna 2000 jaar geleden. Wat hij zag, beleven wij nu. Onze eeuw kenmerkt zich steeds meer als een bijzondere tijd, de mensheid zit gevangen in een apocalyptische achtbaan. Grote machten drijven ons tegen wil en dank op om mee te doen aan een wapenwedloop, de technologische revoluties, de consumptiekoorts met als bijeffect de opwarming van de aarde, klimatologische catastrofes, verlies van biodiversiteit en een opeenstapeling van macht in handen van een gewetenloze elite. Strijd tussen aionen neemt ons mee in de beleving van Johannes. De lezer zal begrijpen dat we de Apocalyps niet kunnen lezen als een chronologische voorstelling van wat komen gaat. Net als in een droom schemeren in visioenen lagen van inzicht door elkaar in beeldtaal. Getallen vragen verbeelding. Ze zijn niet om te tellen maar om te verstaan in de vertelling.

Wie liefde heeft voor moslims wil hen leren kennen. Om hen te kennen moet je weten wat hen drijft. Mede door gespreksgroepen met moslims heeft de auteur de islam en de moslims beter leren begrijpen, maar kwam hij ook tot de ontdekking dat Satan, beproeving en lotsbestemming door Allah gebruikt worden op een manier die vreemd is aan het christendom. Ook als rechter verschilt Allah enorm van de God van de Bijbel. Dit boek is ontstaan uit het verlangen om te zien waarmee God bezig is onder moslims. Moslims staan dichter bij christenen dan atheïsten of mensen die aannemen dat er iets is tussen hemel en aarde. Wie liefde heeft voor moslims wil hen leren kennen. Om hen te kennen moet je weten wat hen drijft. Wie dat wil weten, moet zich bezig houden met de Koran. Als uitgangspunt voor dit boek heeft de schrijver de boodschap van de Koran vergeleken met de boodschap van de Bijbel. Tijdens gesprekken met christenen en moslims heeft de auteur ontdekt dat bepaalde moslims heel dicht bij het christendom staan en bepaalde christenen vastzitten aan vormen van islamitisch denken. Dit boek helpt christenen om scherper te zien waar de grenzen tussen christendom en islam lopen.

Het thema van dit boek is niet ‘Gemis is zinloos’. Gemis heeft een verborgen zin, want God is in dit gemis werkzaam. Hij heeft een doel. ‘Hij is overleden, maar ik mis hem nog zo!’ ‘Wie mis je? Wat mis je? Een knuffel? Iedereen kan je een knuffel geven. Ik ook.’ ‘Dat is lief, maar dat is niet hetzelfde. Het is de knuffel van hem. Aan de ene kant is hij blijvend bij me, aan de andere kant mis ik hem voortdurend!’ ‘Ik ben nu met iets bezig! Het wordt geweldig! Ik kan het niet loslaten. Telkens moet ik eraan denken. Ik hoop dat het snel klaar is, maar er moet nog wat bij. Ik mis nog wat...’ Ons leven wordt in alle opzichten bepaald door gemis. Geldt dat ook voor God? Waarin zien we het gemis van de duivel? Wie wil nadenken over de overweldigende werking van gemis in on