Bemoedigen

En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!

en Mizpa, want hij zei: Laat de HEERE de wacht houden tussen mij en jou, als wij voor elkaar verborgen zijn.

En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN . Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.

De HEERE zegene u en behoede u!

Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten.

Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE , uw God, is met u, overal waar u heen gaat.

Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God.

Maar als u wilt gaan, doe het dan en wees sterk voor de strijd. God zal u echter laten struikelen voor de vijand, want in God is kracht om te helpen en om te laten struikelen.

Sta op, want op u rust de zaak, en wij zullen met u zijn; wees sterk om te handelen.

En Nehemia (hij was Zijne Excellentie, de stadhouder ), Ezra, de priester en schriftgeleerde, en de Levieten die het volk onderwezen, zeiden tegen heel het volk: Deze dag is heilig voor de HEERE uw God. Rouw dan niet en huil niet. Heel het volk huilde namelijk toen ze de woorden van de wet hoorden.

Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen ; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet.

Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen.

Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! Tweede boetpsalm

Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u.

De goddeloze heeft veel smarten, maar wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid omringen.

Proef en zie dat de HEERE goed is; teth welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.

Schep vreugde in de HEERE , dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.

Wentel uw weg op de HEERE gimel en vertrouw op Hem: Híj zal het doen.

Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgen licht, uw recht doen stralen als de middag zon .

God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden.