In dit nieuwste deel van de dogmatische reeks van Willem J. Ouweneel wordt een diepgaande verkenning gepresenteerd van de relatie tussen God, de schepping en de Schrift. Dit boek biedt een stevige en serieuze benadering van de complexe vragen rondom de schepping, en biedt lezers een helder inzicht in hoe de Woordopenbaring ons leidt in het begrijpen van de scheppingsopenbaring. Het thema van dit boek richt zich op de noodzaak van duiding en reflectie op alles wat God heeft geschapen. Het is bedoeld voor een breed publiek, van theologiestudenten tot geïnteresseerde leken die verdieping zoeken in hun geloof en de wereld om hen heen. Ouweneel’s werk is niet alleen een academische verkenning, maar ook een uitnodiging tot contemplatie en discussie over de fundamenten van ons bestaan en de betekenis van de schepping. Wat dit boek uniek maakt, is de combinatie van diepgaande theologische inzichten met een toegankelijke schrijfstijl. Het is geen gemakkelijk leeswerk, maar juist daarom biedt het waardevolle perspectieven voor diegenen die bereid zijn om zich te verdiepen in de vragen van het leven. De stevige argumentatie en de zorgvuldige analyse maken het tot een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die zich bezighoudt met geloofsvragen en de betekenis van de schepping. Dit boek is een waardevolle aanvulling voor jouw boekenkast en een bron van inspiratie voor gesprekken over geloof en wetenschap. Laat je uitdagen door de gedachten van Ouweneel en verrijk je begrip van de wereld en je geloof.